Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
A Het sorteren van het
wasgoed
^ Sorteer het wasgoed zo veel mogelijk
- naar textielsoort;
- naar gewenste droogtegraad;
- naar gelijke grootte;
- naar gelijk restvocht na het
centrifugeren.
Zo krijgt u een gelijkmatig droogre-
sultaat.
^ Knoop dekbedovertrekken en kus-
senslopen dicht, zodat er geen
kleinere stukken wasgoed in kunnen
komen.
^ Doe ritssluitingen dicht.
^ Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^ Bind ceintuurs bij elkaar.
^ Knoop schortenbandjes aan elkaar.
^ Maak losgeraakte bh-beugels vast of
verwijder ze.
Verwijder eventuele doseerbolletjes
of doseerzakjes uit het wasgoed.
Deze voorwerpen kunnen tijdens het
droogprogramma smelten en het ap-
paraat en het wasgoed bescha-
digen.
B Het openen van de deur
^ Druk op de Deur - toets.
^ Open de deur.
C Het vullen van de trommel
^ Leg het voorgesorteerde wasgoed
losjes in de trommel.
Zorg ervoor dat u de trommel niet te
zwaar belaadt.
Een te volle trommel is slecht voor
het wasgoed en heeft een negatief
effect op het droogresultaat.
Zie voor de maximale beladingscapaci-
teit van de diverse droogprogramma's
het hoofdstuk: "Programma-overzicht".
D Het sluiten van de deur
^ Controleer eerst of het pluizenfilter
goed in de pluizenfilterhouder in de
deur is geplaatst.
Let er bij het sluiten van de deur op
dat er geen stukken wasgoed tussen
de deur zitten. Wasgoed dat beklemd
raakt kan beschadigen.
^ Sluit de deur met een lichte klap.
Druk de deur niet dicht.
E Het inschakelen van de
droogautomaat
^ Druk op de j k - toets.
15