Lichtmanagement
Betekenis LED-indicatie
Schakelelement
LED aan
LED uit
LED
Uitschakelvertraging
knippert
is afgelopen, Licht
wordt nach 30 s
uitgeschakeld.
Aanwijzing
Om de helderheid te meten wordt - in de
weergavemodus bij uitgeschakelde verlichting-
de LED elke minuut gedurende een halve
seconde uitgeschakeld
Helderheidsdrempel
Zolang de helderheidsdrempel onderschreden is, worden willekeurige
schakelingen uitgevoerd. Is bij overschrijding van de helderheidsdrempel
de verlichting ingeschakeld, wordt de volgende toevalsschakeling (uit) nog
uitgevoerd. De helderheidsdrempel kan in een gebied van ca. 3 tot 80 lux
ingesteld worden. Om de helderheidsdrempel te wijzigen, draait u de
groene potmeter (2) in de gewenste richting (afbeelding 12).
Memory-waarde
Helderheid, die - bij gebruik van een dim-inzetmoduul - bij inschakeling
ingesteld wordt (geldt niet voor toevalsschakelingen). De waarde wordt niet
vluchtig geprogrammeerd. Wordt een nieuwe waarde geprogrammeerd,
wordt de vorige waarde overschreven. Voor opslaan zie hoofdstuk
'Handmatige bediening'.
5. Bediening
5.1 Handmatige bediening
Aanwijzing:
Bij gebruik van een schakelelement is lang indrukken identiek aan kort
indrukken.
Bediening vanuit uitgeschakelde toestand
Kort indrukken (korter 400 ms)
Bedienvlakken BOVEN, BENEDEN of volvlaks
De verlichting wordt ingeschakeld. Bij dimelement op memorywaarde.
Afhankelijk van de geselecteerde bedrijfsstand worden de nalooptijd of de
uitschakelvertraging nagetriggerd.
Tiptoets 'Universal'
Licht-Management
Art.nr.: ...1561.07 U...
Dimelement
Toeval-modus aan
Toeval-modus uit
Omlaagdimfase Licht
wordt binnen 30 s naar
minimumhelderheid
gedimd en daarna
uitgeschakeld
Afb. 12
10