Wanneer u met Wi-Fi bent verbonden, dan wordt het pictogram
statusbalk weergegeven.
Wi-Fi-netwerk toevoegen
1. Tik in het startscherm op Instellingen of schuif de
statusbalk naar beneden en tik
2. Tik op Wi-Fi en schakel het in.
3. Als het netwerk, waarmee u verbinding wilt maken,
niet in de lijst staat, scrol dan naar de onderkant van
de lijst en tik op Netwerk toevoegen.
4. Volg de instructies op het scherm en voer de
benodigde informatie in. Tik vervolgens op
de instellingen op te slaan.
Geavanceerde Wi-Fi-instellingen
1. Tik in het startscherm op Instellingen of schuif de
statusbalk naar beneden en tik
2. Tik op Wi-Fi.
3. Tik op
om meer geavanceerde opties te openen
en in te stellen.
Hoofdstuk 6: Internet gebruiken
.
op
om
.
op
40
Verbinding op de