Hoofdstuk 6: Internet gebruiken
6.1 Verbinding maken met internet
Het apparaat maakt verbinding met internet via:
•
Wifi
•
Het mobiele datanetwerk
Wifi
Wi-Fi inschakelen
1. Tik in het startscherm op Instellingen of schuif de
statusbalk naar beneden en tik
2. Tik op Wi-Fi.
3. Tik op
om Wi-Fi in te schakelen via het menu
Instellingen.
Met een Wi-Fi-netwerk verbinden
1. Schakel Wi-Fi in.
2. De beschikbare netwerken worden weergegeven. Tik
op een netwerk om verbinding mee te maken.
OPMERKING: U kunt ook op Netwerk toevoegen
tikken om handmatig een verbinding toe te voegen.
Zie "Wi-Fi-netwerk toevoegen" op pagina 40.
3. Als u een onbeveiligd netwerk selecteert, wordt de
verbinding automatisch tot stand gebracht. Ga
anders door naar de volgende stap.
4. Wanneer u verbinding maakt met een beveiligd
netwerk, wordt u om het wachtwoord gevraagd. Voer
het wachtwoord in en tik vervolgens op
Hoofdstuk 6: Internet gebruiken
.
op
.
39