7. Plaats de monitor op een correcte wijze.
Zet de monitor pas op de gewenste plek als de kabels correct zijn aangesloten. Verplaats de monitor
voorzichtig door de onderzijde van de monitor, de voet of de standaardarm vast te houden.
Oefen met uw vingers geen druk uit op het schermoppervlak. Het scherm kan beschadigd raken door
buitensporige krachten.
8. Pas de hoogte van het beeldscherm aan.
Om de monitorhoogte aan te passen, pakt u de monitor
aan de boven- en onderkant vast en beweegt u deze neer-
of opwaarts tot de gewenste hoogte is bereikt.
Het beeldscherm is een zgn. edge-to-edge beeldscherm. Ga er
uitermate voorzichtig mee om. Druk niet met uw vinger op het
schermoppervlak. Gebruik nooit uitzonderlijk veel kracht uit op
het beeldscherm.
9. Kantel de monitor.
Plaats de monitor en stel de hoek van het beeldscherm
zodanig in dat u ongewenste reflecties van andere
lichtbronnen tot een minimum beperkt.
21