Vierde uitgave • Derde druk
Als het scheefstandalarm klinkt terwijl de arm
wordt neergelaten: Schuif de arm niet uit en draai
of hef deze niet boven de horizontale lijn. Plaats de
machine op een stevige, horizontale ondergrond
voordat u het platform omhoogbrengt.
Als het scheefstandalarm klinkt bij geheven
platform: Ga uiterst voorzichtig te werk. Bepaal de
toestand van de arm ten opzichte van de helling
zoals hieronder weergegeven. Volg de stappen om
de arm neer te laten voordat u de machine
verplaatst naar een stevige, horizontale
ondergrond. Draai de arm niet terwijl het platform
wordt neergelaten.
Als het scheefstandalarm klinkt
met het platform heuvelopwaarts:
1 Laat de primaire arm neer.
2 Laat de secundaire arm neer.
3 Schuif de primaire arm in.
Als het scheefstandalarm klinkt met
het platform heuvelafwaarts:
1 Schuif de primaire arm in.
2 Laat de secundaire arm
neer.
3 Laat de primaire arm neer.
Pas eindschakelaars niet aan en schakel deze ook
niet uit.
Rijd niet harder dan 1 km/u als de primaire arm
geheven of uitgeschoven of de secundaire arm
geheven is.
Gebruik de platformbediening niet om een platform
vrij te maken dat is vastgeklemd of is blijven
haken of dat op andere wijze niet normaal kan
bewegen vanwege een aangrenzende constructie.
Er mogen zich geen personen op het platform
bevinden als geprobeerd wordt het platform met
behulp van de grondbediening vrij te maken.
Breng de arm niet omhoog wanneer de wind harder
dan 12,5 m/s waait. Wanneer de windsnelheid
12,5 m/s overschrijdt terwijl de arm omhoog is
gebracht, breng dan de arm omlaag en werk niet
verder met de machine.
Onderdeelnr. 133549DU
Werk niet met de machine bij harde wind of bij
windstoten. Vergroot het oppervlak van het platform
of de lading niet. Als u het oppervlak vergroot dat
aan de wind is blootgesteld, neemt de stabiliteit van
de machine af.
Wees uiterst voorzichtig en houd een lage snelheid
aan wanneer met de machine in de transportstand
wordt gereden over oneffen terrein, puin, een
onstabiele of gladde ondergrond en vlakbij gaten of
afgereden kanten.
Rijd niet met de machine op of nabij oneffen terrein
en onstabiele oppervlakken of in andere gevaarlijke
omstandigheden als de arm geheven of
uitgeschoven is.
Rijd niet met de machine op een helling die steiler is
3
dan de voor de machine toelaatbare waarden voor
hellingen (omhoog en omlaag) of dwarshellingen. De
toelaatbare hellingshoek is van toepassing op
machines die in de transportstand staan.
Maximaal toelaatbare hellingshoek, transportstand
Contragewicht heuvelopwaarts
Contragewicht heuvelafwaarts
Dwarshelling
Opmerking: de toelaatbare hellingshoek is
afhankelijk van de bodemconditie en van voldoende
tractie.
Z-34/22 Bi-Energy
Bedieningshandleiding
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
30%
20%
25%
Duw niet tegen en trek
niet aan objecten die zich
buiten het platform
bevinden.
Maximaal toegestane
kracht van opzij -
ANSI & CSA
667 N
Maximaal toegestane
handkracht - CE
400 N
17°
11°
14°
3