•
Het OBD II- diagnoseapparaat OL 8000 is niet geschikt voor permanente montage in
een voertuig. Gebruik het apparaat niet tijdens het rijden.
•
Sluit geen andere kabels aan op het apparaat.
•
Voer met het OBD II diagnoseapparaat OL 8000 alleen een controle uit in een veilige
omgeving. Houdt kleding, haren , lichaamsdelen en het OBD II- apparaat weg van
beweegbare en hete motoronderdelen.
•
Tijdens het gebruik van het OBD II diagnoseapparaat OL 8000 moet het werkgebied
goed geventileerd worden.
•
Houdt u aan de veiligheidsvoorschriften, als zich het voertuig op bokken of op de brug
of derg. bevindt.
•
Gebruik geen andere meetapparaten tijdens gebruik van het OBD II diagnose-
apparaat OL 8000 aan het voertuig.
•
Voorzichtig! Neem uiterste voorzichtigheid in acht in de buurt van de bobine, verdeler,
bougiekabels, bougies en andere elektrische componenten in het voertuig.
Gevaarlijke elektrische spanning!
•
Overtuig u er van dat het voertuig geschikt is voor een diagnose. Verbindt het OBD II
diagnoseapparaat OL 8000 alleen dan met het voertuig als de ontsteking
uitgeschakeld is.
•
Door het wissen van de foutcodes is de storing niet verholpen. Als de foutmelding
opnieuw wordt weergegeven moet u het voertuig laten repareren.
Ingebruikneming / bediening
Foutcodes analyseren
Op de bijgevoegde software-cd bevinden zich de meeste foutcodes. Informatie over de
nieuwste of sommige speciale foutcodes (vooral "B", "C" en "U") kunt u op internet
(zoekwoord "OBD 2") vinden of bij uw autohandelaar.
•
Controleer of uw voertuig een 16-pin- OBD II-bus heeft. Of uw voertuig geschikt is voor
OBD II, kunt u op het voertuig- emissie- controle- etiket (VECI label) herkennen.
•
De OBD II- aansluiting bevindt zich meestal in de buurt van de zekeringkast onder het
dashboard. Als u de OBD II- aansluitbus van het voertuig niet kunt vinden raadpleeg dan
het handboek van het voertuig of vraag dit op bij de voertuigfabrikant.
7