6 Inbedrijfstelling
Opmerking:
NL
Voor bedrijf zonder stuurkabel dient de brug-
verbinding in de aansluitklemmen niet verwij-
derd te worden. Het apparaat draait dan op
het maximale toerental.
Afb. 4:
Stuurkabel
Legenda
1
Max. toerental (komt overeen met leveringstoestand,
met brugverbinding tussen de aansluitingen "+10 V" en
"0...10 V/PWM")
2
Regelbaar toerental
3
Regelbaar toerental met PWM 1...10 kHz
4
Regelbaar toerental met potentiometer
6
Inbedrijfstelling
Schakel de stroomtoevoer naar de dakventilator in na-
dat alle montage- en installatiewerkzaamheden zijn af-
gerond.
De dakventilator functioneert automatisch, d.w.z. de
ventilator draait na het inschakelen van de voedings-
spanning.
10
Opmerking:
De EC-dakventilator gaat draaien met een
vertraging van ca. 15 seconden.
7
Inspectie en onderhoud
De ingebouwde onderhoudsvrije ventilator is voorzien
van kogellagers, is beschermd tegen het binnendringen
van vocht en stof en is uitgerust met een temperatuur-
bewaking.
De verwachte levensduur bedraagt minimaal 50.000 be-
drijfsuren (L10, 40°C).
De dakventilator is daardoor nagenoeg onderhoudsvrij.
De componenten kunnen bij zichtbare verontreiniging
van tijd tot tijd m.b.v. een stofzuiger of perslucht worden
gereinigd.
Hardnekkige, olievlekken kunnen met een niet-brand-
baar reinigingsmiddel worden verwijderd.
Volgorde van onderhoudswerkzaamheden
– Controleren van de verontreinigingsgraad: Ventilator-
behuizing indien nodig uitzuigen of met perslucht rei-
nigen.
– Filterverontreiniging: Filter vervangen
– Geluidsniveau van de ventilatoren: controleren.
8
Opslag en ontmanteling
Opmerking:
De dakventilator mag tijdens de opslag niet
aan temperaturen boven +70°C en onder
-30°C worden blootgesteld.
Het afvoeren van de ventilator kan via de Rittal-fabriek
plaatsvinden. Neem contact met ons op.
Rittal dakventilator