Directe verbinding
In een directe verbinding kunt u de zender direct verbinden met de pijpleiding of kabel
die u wilt zoeken met behulp van de rode meegeleverde Direct Connect-aansluiting.
De zwarte aansluiting wordt meestal op de aarding aangesloten met behulp van de
meegeleverde aardpen.
De zender brengt dan een discreet signaal op de lijn aan, dat u kunt traceren met de
kabelzoeker. Deze methode biedt het beste signaal op een individuele lijn en maakt het
gebruik van lagere frequenties mogelijk, die op langere afstanden getraceerd kunnen
worden.
WAARSCHUWING! Een directe verbinding met geleiders die onder stroom
staan, is POTENTIEEL DODELIJK. Directe verbindingen met geleiders die onder
spanning staan mogen alleen gemaakt worden door gekwalificeerd personeel met
behulp van de juiste producten die geschikt zijn voor verbinding met lijnen die
onder spanning staan.
Inductie
De zender wordt op de grond boven of in de buurt van het onderzoeksgebied geplaatst.
U selecteert de juiste frequentie. De zender induceert dan het signaal zonder onderscheid
naar elke metalen geleider in de buurt. In inductiemodus wordt over het algemeen
aangeraden hogere frequenties te gebruiken, omdat deze eenvoudiger geïnduceerd
worden op geleiders in de buurt.
Zendtang
Er kan een optionele signaaltang rond een geïsoleede leiding onder stroom tot 8.5" /
215mm in diameter geplaatst worden om het zendersignaal over te zetten naar de leiding.
Deze methode van het toepassen van het zendersignaal is vooral handig bij geïsoleerde
draden die onder stroom staan, dan hoeft de stroomtoevoer op de kabel ook niet
afgesloten te worden.
WAARSCHUWING! Plaats geen tangen rond niet geïsoleerde geleiders die onder
spanning staan.
WAARSCHUWING! Voor het plaatsen of verwijderen van een zendtang rond een
stroomkabel, moet u altijd controleren of de zendtang is aangesloten op de zender.
Lokaliseren met passieve frequenties
Bij detectie van passieve frequenties wordt gebruik gemaakt van signalen die al aanwezig
zijn op ondergrondse metalen geleiders. De RD8100 ondersteunt vier soorten passieve
frequenties: voedings-, radio-, CPS-* en kabeletelevisiesignalen (CATV)*. U kunt deze
frequenties detecteren met of zonder hulp van de zender.
* Afhankelijk van model.
76
Stroomfilters
Met een RD8100-kabelzoeker kan een operator gebruik maken van de harmonische
signalen die gevonden worden op stroomnetwerken. Druk in de startmodus op de toets
om de gevoelige stroommodus van Radiodetection uit te schakelen en door de vijf
individuele stroomfilters te bladeren. Zo kunnen gebruikers vaststellen of een enkel groot
stroomsignaal afkomstig is van één bron of van de aanwezigheid van meerdere kabels.
De verschillende harmonische eigenschappen van de gedetecteerde leidingen kunnen
vervolgens gebruikt worden voor het traceren en markeren van hun route.
Daarnaast kunt u door het gebruik van individuele harmonische eigenschappen
stroomleidingen lokaliseren in situaties waarin het totale signaal anders te groot is.
Lokalisatiemodi
De RD8100 heeft de keuze uit 5 lokalisatiemodi, die allemaal ontwikkeld zijn voor
specifieke gebruiken, afhankelijk van de taak die uitgevoerd wordt.
Druk op de toets
om door de lokalisatiemodi te bladeren.
PIEK: Voor nauwkeurig lokaliseren bevat de balkgrafiek voor Piek een visueel
overzicht van de signaalsterkte. Het pieksignaal bevindt zicht direct boven de
ondergrondse leiding.
PIEK+: Kies ervoor de nauwkeurigheid van de balkgrafiek Piek te combineren
met Nul-pijlen, die kunnen wijzen op de aanwezigheid van verstoring, of met de
proportionele geleidepijlen voor snelle tracering van leidingen - schakel tussen de twee
opties door de toets
ingedrukt te houden.
GELEIDING: Proportionele pijlen en een snel volgende 'naald' gecombineerd
met audio-indicatie van links/rechts voor snel traceren van het algemene pad van
een ondergrondse leiding.
BREDE PIEK: Werkt vergelijkbaar als Piekmodus, maar geeft resultaten over een
breder gebied. Wordt gebruikt voor het detecteren en traceren van zeer zwakke
signalen, bijvoorbeeld heel diep gelegen leidingen.
NUL: Biedt een snelle indicatie van links/rechts van het pad van de leiding.
Omdat Nul ontvankelijk is voor ruis, kan hij het beste gebruikt worden in gebieden
waar geen andere leidingen aanwezig zijn.
RF-markeringen lokaliseren
Met de RD8100-kabelzoeker kunnen gebruikers de meestgebruikte RF-
utiliteitsmarkeringen lokaliseren. Deze worden ook wel Electronic Marker System (EMS)
of Omni™-markers genoemd.
Klap de marker lusantenne naar beneden om de markerlokalisatiemodus te activeren. Om
de markerlokalisatiemodus uit te schakelen, klapt u de lusantenne naar boven.
77