REINIGING EN ONDERHOUD
De zorg waarmee de gebruiker het fornuis
reinigt en onderhoudt, heeft een belangrijke
invloed op zijn levensduur en probleemloze
werking.
Voor de reiniging moet de oven uitge-
schakeld worden. Let er hierbij op dat alle
draaiknopen in de stand ""/"0" staan.
De oven mag pas gereinigd worden als
hij afgekoeld is.
Reiniging na elk gebruik
•
Licht, niet aangebrand vuil moet ver-
wijderd worden met een vochtige doek
zonder reinigingsmiddel. Bij gebruik van
een afwasmiddel kan er een blauwach-
tige verkleuring ontstaan. Hardnekkige
vlekken laten zich niet altijd verwijderen
bij de eerste reiniging, zelfs bij gebruik
van een speciaal reinigingsmiddel.
•
Sterk aangekoekt vuil moet verwij-
derd worden met een schraper. Daar-
na moet het oppervlak gereinigd wor-
den met een vochtige doek.
Schraper om de kookplaat te reinigen
Opmerking: let er steeds op de snijrand van
de spatel naar binnen te klikken (het volstaat
om met uw duim op het schuine deel te
duwen). Voorzichtig behandelen - risico op
blessures - buiten het bereik van kinderen
houden.
Opgelet.
Het is verboden schuurcrèmes, schuur-
middelen of schurende voorwerpen te
gebruiken voor de reiniging en het onder-
houd van de oven.
Voor het schoonmaken van de voorzijde,
gebruikt u enkel warm water met een
kleine hoeveelheid afwasmiddel of ruiten-
reiniger. Geen schuurmiddelen gebruiken.
28