•
Waaier de stapel uit voordat u het briefhoofdpapier plaatst, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken.
•
Wanneer u wilt afdrukken op briefhoofdpapier, is het belangrijk de juiste afdrukstand in te stellen. Voor meer
informatie over het laden van briefhoofdpapier leest u:
–
"De standaardlade of optionele lade voor 250 vel of 550 vel" op pagina 56
–
"De lade voor 2000 vel laden" op pagina 59
–
"De universeellader vullen" op pagina 63
Tips voor het afdrukken op transparanten
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft.
Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u wilt afdrukken op transparanten:
•
U kunt transparanten invoeren vanuit een lade voor 250 vel, een lade voor 550 vel of de universeellader.
•
Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de leverancier
of de transparanten bestand zijn tegen temperaturen tot 230 °C zonder dat ze smelten, verkleuren, verschuiven
of schadelijke stoffen afgeven.
•
Gebruik transparanten die 138–146 g/m
•
Zorg ervoor dat er geen vingerafdrukken op de transparanten komen. Dit kan namelijk een slechte afdrukkwaliteit
tot gevolg hebben.
•
Waaier de stapel uit voordat u de transparanten plaatst, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken.
Tips voor het afdrukken op enveloppen
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft.
Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u wilt afdrukken op enveloppen:
•
Voer enveloppen in langs de universeellader of de optionele enveloppenlader.
•
Stel de papiersoort in op Envelop en selecteer het envelopformaat.
•
Gebruik enveloppen die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de leverancier
of de enveloppen bestand zijn tegen temperaturen tot 230 °C zonder dat ze sluiten, kreukelen, buitensporig
krullen of schadelijke stoffen afgeven.
•
Het beste resultaat bereikt u met enveloppen die zijn gemaakt van papier met een gewicht van 90 g/m
enveloppen met een gewicht van maximaal 105 g/m
enveloppen mogen niet zwaarder zijn dan 90 g/m
•
Gebruik alleen nieuwe enveloppen.
•
Voor de beste prestaties en een minimumaantal papierstoringen wordt u aangeraden geen enveloppen te
gebruiken die:
–
gemakkelijk krullen;
–
aan elkaar kleven of beschadigd zijn.
–
vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëf bevatten;
–
metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten;
–
zijn samengevouwen;
–
zijn voorzien van postzegels;
–
een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt;
2
dik zijn.
2
, mits het katoengehalte lager is dan 25%. Katoenen
2
.
Bezig met afdrukken van
80
2
. Gebruik