C
ONTROLEER OF DE OPTIE IS VERBONDEN MET DE PRINTER
1
Zet de printer uit.
2
Trek de stekker van de printer uit het stopcontact.
3
Controleer de verbinding tussen de optie en de printer.
C
ONTROLEER OF DE OPTIE CORRECT IS GEÏNSTALLEERD
C
ONTROLEER OF DE OPTIE IS GESELECTEERD
Selecteer de optie op de computer die u gebruikt om af te drukken. Zie "Beschikbare opties bijwerken in het
printerstuurprogramma" op pagina 41 voor meer informatie.
Papierladen
Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen:
C
ONTROLEER OF HET PAPIER OP DE JUISTE WIJZE IS GEPLAATST
1
Open de papierlade.
2
Controleer op papierstoringen en verkeerd ingevoerd papier.
3
De papiergeleiders moeten tegen de randen van het papier worden geplaatst.
4
Zorg ervoor dat de papierlade goed sluit.
S
TEL DE PRINTER IN OP DE BEGINWAARDEN
Schakel de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en schakel de printer weer in.
C
ONTROLEER OF DE PAPIERLADE CORRECT IS GEÏNSTALLEERD
Problemen met de lader voor 2000 vel oplossen
Probeer een van de volgende oplossingen:
D
E LIFTLADE WERKT NIET CORRECT
•
Controleer of de printer correct op de lade voor 2.000 vellen is aangesloten.
•
Controleer of de printer wel aan staat.
•
Zorg ervoor dat het netsnoer goed is aangesloten op de achterkant van de lader voor 2.000 vel.
•
Plaats papier in de lade als die leeg is.
•
Verhelp eventuele papierstoringen.
D
E PAPIERINVOERROLLEN DRAAIEN NIET
•
Controleer of de printer correct op de lade voor 2.000 vellen is aangesloten.
•
Controleer of de printer wel aan staat.
.
.
.
,
ZODAT HET PAPIER NIET WORDT DOORGEVOERD
Problemen oplossen
181
.
.
.
.