Gebruikershandleiding
4 Brandalarm
4.1. Algemeen
Een van een brandmelder binnenkomend brandalarm wordt door de brandmeld-/ontruimingscentrale als volgt
aangegeven:
De Algemene brandalarmindicatie onder het display zal branden
•
De rode led "Actief" in het veld "Akoestisch alarm " brandt (sirenes geactiveerd)
•
•
De interne zoemer geeft een pulserend signaal
De rode led bij het nummer (de nummers) van de betreffende meldgroep(en) brandt (branden)
•
•
De led "Sturing actief" in het veld status indicaties brandt
•
De led "Doormelding" in het veld "Brandweer" brandt*
Wanneer de led "Doormelding" in het veld "Brandweer" brandt, is het brandalarm aan de brandweer
∗
gemeld. Bij ingeschakelde brandweervertraging gebeurt dit pas na het verstrijken van de vertragingstijd.
Zie: Hoofdstuk 7: Brandweer vertraging.
4.2. Stoppen van de zoemer en de signaalgevers
Om de interne zoemer te stoppen drukt men op de toets "stop zoemer"
Voor het afschakelen van het akoestisch alarm drukt men de toets "akoestische signaalgevers"
Afhankelijk van diverse instellingen is het mogelijk dat men zich eerst moet autoriseren voordat de akoestische
signaalgevers gestopt kunnen worden.
In het geval van een gecombineerd brandmeld/ontruimingssysteem dient men van de ontruimingstoetsen gebruik
te maken. Zie: 4.4 Ontruimen.
Door nogmaals op de toets "akoestische signaalgevers" te drukken kan men deze weer activeren.
4.3. Starten doormeldvertraging
Indien vertraging van de doormelding mogelijk is, gele led Vertraging in het veld Brandweer brandt, en de rode led
Doormelding brandt nog niet, dan kan de doormelding vertraagd worden.
Hiertoe moet men binnen 1 minuut na het 1
De gele ledvertraging gaat vervolgens knipperen.
In deze situatie heeft men een door de brandweer bepaalde en vooraf ingestelde tijd de gelegenheid om de
oorzaak van het alarm te onderzoeken.
Pagina 14 van 24
brandalarm op de toets "start verkenningstijd"
e
.
.
drukken.