10
Programmering van de interface, "oproepspreiding ingesteld":
O
Belangerijk: Deze programmeerinstructie is alleen toepasbaar wanneer de "oproepspreiding "
ingesteld staat door Sw1 omhoog te zetten.
O
De telefoon interface kan in deze situatie geprogrammeerd worden vanaf een telefoontoestel dat
op een uitgangspoort van de telefooncentrale aangesloten is.Door eerst het poortnummer waarop
de telefoon interface aangesloten is te kiezen en vervolgens bij acceptatie de PIN code te toetsen.
O Sw1 dient hiervoor dus omhoog te staan.
Ü PIN code ##0 + PIN (Standaard ##0 123)
O Eenmaal de toegangscode ingevoerd te hebben, is de programmering conform de andere situaties
en kunnen de velden, gegevens op bladzijde 11, ingevoerd worden.
O Tijdens het programmeren kan de telefoon interface met verschillende signalen reageren door de
hoorn. Een verklaring van de signalen:
Ü Toegang tot de programmeermodus gekregen: vijf korte tonen.
Ü Een toegestane veldcode geselecteerd: twee middellange tonen.
Ü Toegestane waarde voor een veld ingevoerd: vier middellange tonen.
Ü Verkeerde invoer: één lange toon.
O Om er zeker van te zijn dat de programmering correct verloopt, dient men het (aan)bellen via de
telefoon interface tijdens het programmeren te vermijden.
O
Wanneer tijdens het programmeren voor één minuut geen invoer meer wordt gedaan, zal de
programmeermodus automatisch beeindigd worden en de tot dan ingevoerde
opgeslagen.
O Men beeindigd de programmeermodus in dit geval door "* " te toetsen en vervolgens de hoorn op
de haak te leggen.
O De programmering wordt hiermee automatisch opgeslagen..
PROGRAMMERING
waarden