Instellingen
• W i-Fi-gebruik tonen: instellen dat gegevensgebruik via Wi-Fi wordt weergegeven.
• M obiele hotspots: selecteer Wi-Fi-hotspots om te voorkomen dat applicaties die op de
achtergrond worden uitgevoerd hier gebruik van kunnen maken.
Meer netwerken
Instellingen aanpassen om netwerken te beheren.
Vliegtuigstand
Alle draadloze functies van het apparaat uitschakelen. U kunt alleen diensten gebruiken waarvoor
geen netwerk vereist is.
Mobiele netwerken
• M obiele gegevens: instellen of u gegevensnetwerken met packet switching wilt toestaan voor
netwerkservices.
• R oaming: instellen dat het apparaat met een ander netwerk verbinding maakt wanneer u
buiten bereik van uw eigen netwerk bent.
• N amen toegangspunten: de namen van toegangspunten (APN's) instellen.
• N etwerkmodus: een type netwerk selecteren.
• N etwerkoperators: zoeken naar beschikbare netwerken en een netwerk voor roaming
selecteren.
Tethering en draagbare hotspot
• D raagbare Wi-Fi hotspot: gebruik de draagbare Wi-Fi-hotspot om de mobiele-
netwerkverbinding van het apparaat te delen met computers of andere apparaten via het Wi-Fi-
netwerk.
• U SB-tethering: gebruik USB-tethering om de mobiele-netwerkverbinding van het apparaat
te delen met een computer via USB. Wanneer het apparaat vervolgens op een computer is
aangesloten, wordt het als draadloos modem voor de computer gebruikt.
• B luetooth-tethering: gebruik Bluetooth-tethering om de mobiele-netwerkverbinding van het
apparaat te delen met computers via Bluetooth.
• H elp: meer informatie over USB, Wi-Fi en Bluetooth-tethering.
VPN
Virtual Private Networks (VPN's) instellen en hiermee verbinding maken.
111