Deel 2: configuratie
Camera-instellingen
Raadpleeg Menugebruik op pagina 32 voor
basisinformatie over het gebruik van de installatiemenu's.
Registratie
U kunt camera's op externe locaties registeren. Als u een
nummer op de lijst selecteert, kunt u de camera met behulp
van het muiswiel omhoog of omlaag verplaatsen om de positie
te wijzigen. De overige camera's worden automatisch omlaag
verplaatst in de lijst.
● Titel: bewerk de naam van de camera.
● MAC-adres: geeft het MAC-adres van de camera weer dat op
de NVR is geregistreerd.
● Adres: geeft het IP-adres van de camera weer dat op de NVR is
geregistreerd.
● Model: geeft het model van de camera weer.
● Scannen: selecteer om het apparaat dat met de NVR is
verbonden te scannen en te registreren.
Deze functie wordt alleen ondersteund bij een verbinding met
de NVR vanaf een extern programma.
44
Apparaatscan
Scan het apparaat onder Registratie - Scanen.
● Protocol: selecteer het protocol dat u wilt zoeken dat door de
camera (of videocodeerder) is gebruikt.
• Ook als het netwerkapparaat een protocol gebruikt dat wordt
ondersteund door de NVR, is het apparaat zelf wellicht niet
zichtbaar voor scannen en registreren door de NVR. Neem
voor meer informatie over ondersteunde apparaten en
modellen contact op met uw leverancier.
• De ondersteunde scanmodi kunnen verschillen, afhankelijk
van het geselecteerde protocol.
● Modus: selecteer de scanmodus.
– Automatisch scannen (LAN): geeft de camera's in een
LAN-omgeving weer. Als met Automatisch scannen (LAN)
geen camera wordt herkend, gebruikt u de IP-adresscan.
– IP-adres: voer het IP-adres van de camera in. De NVR
scant naar de camera met het opgegeven adres. Als u het
bereik van een IP-adres invoert, scant de NVR naar camera's
die binnen het bereik van het opgegeven adres vallen. Als
u een IP-adres opgeeft, kunt u ook opgeven welke poort
moet worden gebruikt met de functie Externe admin. Het
wordt aanbevolen om de camera niet via DHCP (Dynamic
Host Configuration Protocol) te netwerken. Als de camera
via DHCP wordt genetwerkt, wordt de camera mogelijk
niet juist verbonden, afhankelijk van de wijzigingen in de
externe netwerkomgeving.
Als met Automatisch scannen (LAN) geen camera wordt
herkend, gebruikt u de IP-adresscan.
● Filter: voer een trefwoord in de velden MAC-adres/Adres/
Model/Naam/Status in voor de geselecteerde camera. Hiermee
kan de gebruiker deze camera eenvoudig scannen.
Bij het configureren van een poort kan het apparaat mogelijk
niet scannen als de poort die voor de NVR is geselecteerd anders
is dan de poort die voor de camera is geselecteerd. In dat geval
moet u de camera registreren om het IP-adres te wijzigen.