Inhoudsopgave
Advertenties
1
Knop ID(ID)
2
Knop PANIEK(Panic)
3
Knoppen Camera(Camera)
4
Knop STATUS(Status)
5
Knop LAY-OUT(Layout)
6
Bedieningsknoppen PTZ(PTZ Control)
7
Knop REGISTRATIEMODUS(Register Mode)
8
Knop MINIATUUR(Thumbnail)
9
Knop KALENDER(Calendar)
0
Knop TOETSVERGRENDELING(Keylock)
!
Knop INSTALLATIE(Setup)
@
Knop VASTLEGGEN(Freeze)
#
Knop LOGBOEK(Log)
$
Knop INVOEREN(Enter)
%
Pijl(Arrow)knoppen
^
Knop ALARM(Alarm)
&
Knop VOLGORDE(Sequence)
*
Knop ZOOM(Zoom)
(
Knop PTZ(PTZ)
)
Knop WEERGAVE(View)
a
Knop OPSLAAN(Save)
b
Knop MENU(Menu)
c
Knoppen AFSPELEN(Playback)
d
Knop BOOKMARK(Bookmark)
e
Knop CLIP KOPIEREN(Clip Copy)
f
Knop DEMPEN(Mute)
1 Knop ID(ID)
Wordt gebruikt om ID-waarden aan de
afstandsbediening toe te wijzen.
Er hoeft niets extra's aan de afstandsbediening
te worden toegewezen als de ID van het systeem
0 is. Als de ID van het systeem een getal tussen 1
en 99 is, moet u echter op de knop ID drukken en
vervolgens op het ID-nummer van het systeem
op de afstandsbediening. Als de ID van het
systeem uit twee cijfers bestaat, dient u na elkaar
op de knoppen van de cijfers te drukken. Het
pictogram
(afstandsbediening) verschijnt
in de rechterbovenhoek van het scherm van de
netwerkvideorecorder (statusindicatiegebied) om
een succesvolle koppeling tussen het systeem en de
afstandsbediening aan te duiden. Als u meerdere
systemen gebruikt, is het mogelijk alle eenheden
met één afstandsbediening te bedienen zolang
alle ID's van de systemen op 0 staan. Raadpleeg
Systeeminstallatie in de handleiding voor meer
informatie over systeem-ID's.
2 Knop PANIEK(Panic)
Als u op deze knop drukt, wordt het pictogram
weergegeven en wordt met opnemen gestart,
ongeacht de huidige planning.
Druk opnieuw op de knop om de modus
Paniekopname uit te schakelen.
3 Knoppen CAMERA(Camera)
Wanneer u op de knop CAMERA(Camera) drukt
terwijl u in de modus Live of Afspelen bent, worden
beelden van de geselecteerde camera op volledig
scherm weergegeven. Als u een camera wilt
selecteren met een kanaal dat uit twee cijfers bestaat,
voert u de cijfers op volgorde in met de cijfertoetsen.
4 Knop STATUS(Status)
Geeft de status van gebeurtenissen, het
opnameapparaat en het netwerk weer.
5 Knop LAY-OUT(Layout)
1x1 > 2x2 > 1+5 > 1+7 > 3x3 > 4x4 > 5x5 > 6x6
6 Bedieningsknoppen PTZ(PTZ Control)
Worden in de modus PTZ gebruikt om in/uit
te zoomen op het scherm en om de focus te
verschuiven tussen een punt dichtbij en een punt
veraf.
Deel 1 - Inleiding
19
Advertenties
Inhoudsopgave
