Deel 1 - Inleiding
Aansluitingen op het achterpaneel
Aansluiting van video
Video-ingang/PoE-poort
3
5
1
2
4
6
Sluit netwerkcamera's of videocodeerders op de
netwerkvideorecorder aan met een RJ-45-kabel (Cat5e of
Cat6). Naast camera's of videocodeerders kunt u externe
hubs aansluiten (optioneel: DH-2112PF, DH-2128PF)
om een netwerk te vormen. De netwerkvideorecorder
herkent DirectIP™-netwerkcamera's automatisch. Poorten
1 tot en met 16 ondersteunen PoE.
We raden u aan de Ext.-poort te gebruiken voor
aansluiting op een externe hub en het gebruik van
functies zoals afstemming van camera's.
Het groene ledlampje aan de rechterkant gaat branden
wanneer PoE online komt. Het oranje ledlampje aan de
linkerkant knippert vervolgens wanneer een verbinding
tot stand is gebracht.
Als er meer dan 16 camera's van videorecorders op
de netwerkvideorecorder zijn geregistreerd, wordt
video mogelijk niet goed weergegeven in een extern
programma.
Video-ingang/Ext. poort
Deze poort ondersteunt geen PoE. Het is mogelijk om
een netwerk op te zetten met netwerkcamera's en
externe hubs via een Cat6-kabel.
Het groene ledlampje aan de rechterkant gaat branden
bij aansluiting op een 1000 BASE-T-netwerk. Het oranje
ledlampje aan de linkerkant knippert vervolgens wanneer
een verbinding tot stand is gebracht.
Wanneer u een Cat5e-kabel gebruikt, kan de
gegevensoverdrachtssnelheid afnemen, afhankelijk van
de manier waarop het netwerk wordt opgezet.
14
7
9
11
13
15
8
10
12
14
16
Netwerkverbinding
Deze netwerkvideorecorder kan via een Ethernet-
verbinding op netwerken worden aangesloten. Sluit
een RJ-45-kabel (Cat5e of Cat6) op de netwerkpoort van
de netwerkvideorecorder aan. U kunt de NVR extern
bedienen en upgraden via een netwerk. Raadpleeg
Netwerkinstellingen in de handleiding voor meer
informatie over de instelling van een Ethernet-
verbinding.
De richtingen van de connectoren kunnen
variëren afhankelijk van het model van de
netwerkvideorecorder.
Het groene ledlampje aan de rechterkant gaat
knipperen bij aansluiting op een 1000 BASE-T-
netwerk. Het oranje ledlampje aan de linkerkant
knippert vervolgens wanneer een verbinding tot
stand is gebracht.
eSATA-verbinding
Sluit externe vaste schijven op deze poorten aan.
Als de netwerkvideorecorder is ingeschakeld, mag u
geen eSATA-apparaten aansluiten of ontkoppelen.
Schakel eerst de netwerkvideorecorder uit en
ontkoppel de stroomkabel als u een eSATA-apparaat
wilt aansluiten. Sluit het eSATA-apparaat aan en
schakel vervolgens eerst het eSATA-apparaat in.
Schakel vervolgens de netwerkvideorecorder weer
in. Schakel eerst de netwerkvideorecorder uit en
ontkoppel de stroomkabel als u een eSATA-apparaat
wilt ontkoppelen. Schakel het eSATA-apparaat uit en
ontkoppel vervolgens de eSATA-verbindingskabel.