Instructies voor in gebruik name.
De totaal aangesloten capaciteit van de binnendelen, mag niet meer zijn dan 150%
van het geïnstalleerde buitendeel, anders treedt er een tekort op aan koelvermogen.
De voeding wordt aangesloten op het buitendeel. Schakel de voeding uit voordat
wordt begonnen met service of onderhoud.
Om een goede werking te kunnen garanderen moet de voeding 8 uur voor het
inschakelen worden ingeschakeld.
Nadat een toestel wordt uitgeschakeld, zal dit 20-70 seconden blijven na ventileren,
om het binnendeel droog te blazen en voor te bereiden op de volgende start.
Als de gekozen mode niet overeenkomt met de werking van het buitendeel op dat
moment, zal de storingindicator op het binnendeel binnen 5 seconden oplichten. Op
het binnendeel en/of de bedraade afstandsbediening is dan de storingcode te zien.
Als dit probleem zich voordoet maak dan een andere mode keuze en het probleem is
opgelost.
De toestellen mogen niet worden geïnstalleerd in vochtige ruimtes.
Laat kinderen niet zonder toezicht de unit bedienen.
Plaats ten alle tijden een goed gekeurde werkschakelaar.
De tolerantie van de voeding is (+/- 10%, +/- 1Hz)
Relatieve vochtigheid moet liggen tussen 30%-90%
Het werkingsgebied: Koelen -5°C – 48 °C, verwarmen -15°C – 27 °C.
Als de airconditioner niet meer wordt gebruikt en moet worden afgebroken laat
dit dat doen door een erkend koeltechnisch bedrijf dat hiervoor bevoegd is.