5.2 Aanwijzingen
Incorrect gebruik
Beschadiging van de opper-
vlakken
• Gebruik geen stoomstraal om het
apparaat te reinigen.
• Gebruik op de stalen delen of de
delen waarvan het oppervlak met
metalen afwerkingen werd behan-
deld (bijv. elektrolytische oxidaties,
vernikkeling, verchroming) geen
producten die chloor, ammoniak of
bleekmiddel bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of metaal-
sponsjes).
• Gebruik geen ruw, schurend of
scherp materiaal.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Voordat de reiniging wordt uitgevo-
erd, moet het apparaat uitgescha-
keld worden en moet de stekker uit
het stopcontact gehaald worden.
• Trek nooit aan de kabel om de
stekker uit het stopcontact te halen.
• Spoel na het reinigen met schoon
water af en droog grondig af. Sluit
na het reinigen de stekker met dro-
ge handen weer op het stopcontact
aan.
Reiniging en onderhoud
5.3 Reiniging van het apparaat
Een speciale bacteriedodende bescher-
ming in de bovenlaag van de wanden
van het apparaat belet de reproductie
van bacteriën, en behoudt de reini-
ging. Het is alleszins belangrijk dat
de oppervlakken regelmatig worden
gereinigd.
Was het apparaat niet door er
water overheen te gieten.
Reiniging van de buitenkant
• Het apparaat moet gereinigd wor-
den met water of met een vloeibaar
reinigingsmiddel op alcoholbasis
(bijv. reinigingsmiddel voor ruiten...).
• Gebruik geen agressieve reini-
gingsmiddelen of schuursponsjes
zodat de oppervlakken niet worden
beschadigd.
• Verwijder stof en rookafzettingen
van de condensator achteraan
het apparaat met behulp van een
zachte borstel.
• Reinig de condensor minimaal twee
keer per jaar met een borstel. Dit zal
bijdragen tot energiebesparing en
een betere efficiëntie.
Ontkoppel het apparaat
altijd van de stroomtoevoer
tijdens het reinigen.
Reiniging van de binnenkant
• Reinig de binnenkant van het appa-
raat met verdund vloeibaar reinigin-
gsmiddel en met lauw water en een
beetje azijn.
• Zorg ervoor dat er geen water in
de behuizing van de lampjes komt
en dat het geen andere elektrische
componenten bereikt.
159