Selecteren luchtkanalen
Gewenst debiet (m
3
/h)
Aangeraden minimale kanaaldiameter (mm)
0 - 30
> 100
30 - 150
> 125
150 - 350
> 150
350 - 450
> 180
400 - 500
2x 180 (zij- en boven aansluiting gebruiken)
Neem bij de installatie van de kanalen de volgende punten in acht:
1. Om condensatie op de kanalen van en naar buiten te voorkomen, dienen deze
tot op het toestel altijd uitwendig dampdicht te worden geïsoleerd. Bij voorkeur
worden vooraf geïsoleerde kanalen gebruikt.
2. Geadviseerd wordt om op de toevoer en afvoer kanalen naar de woning te
voorzien van hoogwaardige geluiddempers met een minimale lengte van 100 cm.
3. Bevestig het kanalensysteem met metalen beugels aan de wand, met een
maximale afstand van 2 m tussen de beugels.
4. Zorg voor zo min mogelijk weerstand in de toe- en afvoerkanalen. Laat bij
voorkeur de weerstand van de gehele installatie niet boven de 100 Pa uitkomen.
5. Zorg voor een kanaaldiameter welke correspondeert met het gewenst debiet in
de kanalen, zodat de luchtsnelheid in het kanaal niet meer is dan 3 m/s Zie tabel
in hoofdstuk 4.3.
6. Het toevoerkanalen systeem zo uitvoeren dat in de nominale stand aan NEN
1070, tabel 4 wordt voldaan. Denk hierbij aan overspraak en installatiegeluid,
ook bij instortkanalen. Dit kan voorkomen worden door het plaatsen van een
geluidsdemper.
7. Afvoer- en toevoerkanaal zodanig door het dakbeschot voeren dat er geen
condenswater in het dakbeschot ontstaat en het geheel luchtdicht is; tevens
het afvoerkanaal tussen de HRC en de dak doorvoer zodanig uitvoeren dat
oppervlakte condensatie wordt voorkomen.
8. De kanalen voor luchtaanvoer of luchtafvoer via de gevel onder licht afschot naar
buiten uitvoeren en deze wind en waterdicht afwerken, zodat er geen water van
buiten kan binnentreden.
9. Aanzuig van buitenlucht bij voorkeur aan de schaduwzijde van woning doorvoeren.
10. De plaats van de afvoer en toevoer van de mechanische ventilatielucht en
rioolontluchting zo kiezen t.o.v. de toevoer dat er geen hinder ontstaat.
14
Let op: zorg ervoor dat er bij het plaatsen van de kanalen geen restmateriaal
zoals steengruis of metaal vijzel in het toestel terecht komt, deze kunnen het
toestel beschadigen.
4.4 Toestel oriëntatie wijzigen
Bij het aansluiten van de kanalen is het belangrijk om rekening te houden met de
plaatst waar de kanalen moeten komen. De aansluitingen staan bovenop het toestel
aangegeven met iconen. Standaard wordt het toestel als linker uitvoering geleverd, dit
betekend dat de kanalen van en naar de woning links geplaatst worden.
Linker uitvoering
Woning
Luchtkanalen aan woningzijde
Toevoerlucht van het toestel naar
de woning
Retourlucht uit de woning naar het
toestel
Rechter uitvoering
Muur
Buiten
Woning
Luchtkanalen aan buitenzijde
Aanvoerlucht van buiten naar het
toestel
Afvoerlucht van het toestel naar
buiten
15