3.1.2 PLUS
Als u op deze knop drukt, ziet u in welke vermogensstand de kachel staat
ingesteld. Zie paragraaf 3.4.2. hoe u deze stand kunt veranderen.
3.1.3 MINUS
Als u op deze knop drukt ziet u de ingestelde gewenste kamertemperatuur. Zie
paragraaf 3.4.1. hoe u deze temperatuur kunt bijstellen.
3.1.4 LED
1. TIMER LED Nummer 3: Gaat aan wanneer de programmeertimer is ingeschakeld.
2. TEMP OK LED Nummer 4: Gaat branden zodra de ingestelde kamertemperatuur is bereikt.
De kachel blijft verwarmen in eco-modus.
3. DISPLAY Nummer 5 : Geeft de werkstatus van de kachel en het instellingenmenu aan.
4. Vijzel LED Nummer 6: Wanneer het brandt, geeft het aan dat de vijzel werkt.
5. ONTSTEKER LED Nummer 7: Wanneer het brandt wordt de gloeibougie ingeschakeld.
6. OP LED Nummer 9: Geeft aan dat de kachel in de ontstekings- of verwarmingsmodus
staat. Wanneer het knippert, geeft het aan dat de kachel in de koel- of foutmodus staat.
7. AL LED Nummer 11: Bij het branden of knipperen geeft het aan dat de
veiligheidsvoorzieningen van de drukschakelaar of de veiligheidsthermostaat zijn
geactiveerd.
8. IR Nummer 10: Optionele IR-afstandsbedieningssensor.
Bladzijde 13 Van 43