4.5 Spanningsbeveiliging
De spanningsbeveiligingsfunctie is tweeledig; het bestaat uit zowel bescherming tegen
spanningsschommelingen als -pieken. Speciale veiligheidscomponenten ingebouwd in de elektronica
van de machine maken de machine betrouwbaarder in situaties waar de stroomvoorziening van
verschillende kwaliteit kan zijn als gevolg van factoren:
-
Rond de werkplek, bijvoorbeeld veroorzaakt door het inschakelen van hoog vermogen of
onbetrouwbare elektrische apparaten, een kapotte stroomonderbreker of defecte
bedrading;
-
Buiten de werkplek, bijvoorbeeld veroorzaakt door een instabiel elektriciteitsnet of
blikseminslag.
Een machine met deze functie kan omgaan met standaard nominale spannings- en frequentie-
schommelingen, variërend van 220-240 Volt en 45-65 Hz, die de kans op storingen, uitvaltijd en
reparatiekosten beperkt.
Beveiliging tegen spanningsschommelingen
Wanneer de frequentie te hoog (boven 65 Hz) of te laag (onder 45 Hz) is, start de motor niet. Als de
frequentie van de voeding tijdens uw boorklus buiten het bereik valt, wordt de motor automatisch
uitgeschakeld. De machine werkt weer normaal zodra de normale frequentie is hersteld.*
Beveiliging tegen overspanning
Naast de nominale spanning kan een machine met deze functie spanningspieken tot 4.000 Volt (1-
2μs)* aan. Afhankelijk van de hoogte van de spike kan het nodig zijn om ingebouwde zekeringen, de
besturingseenheid of de aan/uit-schakelaar te vervangen, maar andere waardevolle onderdelen
zoals de motor en magneet worden beschermd.
*Disclaimer: Euroboor is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan de machine als gevolg van
elektrische problemen op de werkplek. Bovenstaande bescherming is niet gegarandeerd in alle
gevallen van spanningspieken en/of frequentieschommelingen. Euroboor aanvaardt geen
aansprakelijkheid als het gaat om het niet of slecht functioneren van de stroombeveiliging.
In de situatie dat de motor automatisch wordt uitgeschakeld ter zelfbescherming, moet je:
1. De magneet uitschakelen;
2. Het apparaat loskoppelen van de voedingsbron;
3. De oorzaak van het probleem oplossen door:
- Ervoor te zorgen dat de problemen met de voedingsbron zijn opgelost;
- De machine aan te sluiten op een andere en betrouwbare stroombron;
4. Het apparaat blijven gebruiken zoals beschreven in deze gebruikershandleiding.
18