4.
Druk op [SET] (instellen) om de camera te configureren met de
instellingen voor de op dat moment geselecteerde scène.
Hierdoor wordt teruggekeerd naar de OPNAME modus.
• De instellingen van de scène die u selecteerde blijven van kracht totdat u een
andere scène selecteert.
• Herhaal de bovenstaande procedure vanaf stap 1 om een andere
Scènemodus te selecteren.
5.
Druk op de sluitertoets (als u een foto aan het opnemen bent) of op [
(Film) (als u een film aan het opnemen bent).
• Gebruiken van het scène informatiescherm.
Om meer van een scène te weten te komen kunt u deze
selecteren met de grenslijn op het scène selectiescherm en
vervolgens de zoomregelaar in één van beide richtingen te
schuiven.
• Verschuif de zoomregelaar nogmaals om terug te keren
naar het scènemenu.
• Voer het bladeren tussen scènes uit d.m.v. [ ] en [ ].
• Druk op [SET] (instellen) om de camera te configureren met de instellingen voor de
op dat moment geselecteerde scène.
• Voorzorgsmaatregelen m.b.t. Scènemodus
• Sommige Scènemodus kunnen niet worden gebruikt tijdens het opnemen van
video.
• De scène Stem opnemen kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van een
foto of een film.
• Daar een langzame sluitertijd de kans verhoogt op digitale ruis in beeld, voert de
camera automatisch een digitaal ruisonderdrukkingsproces uit wanneer één van
deze scènes geselecteerd wordt. Dit betekent dat het wat langer zal duren voordat
het beeld opgeslagen wordt hetgeen aangegeven wordt door de led-lamp die
groen knippert. Bedien op dat moment geen toetsen. Het is ook een goed idee om
een statief te gebruiken om beeldwaas te voorkomen die optreedt door het
bewegen van de camera bij langzame sluitertijden.
• Hoge gevoeligheid
– De instelling voor een gevoeligheid wordt gedeactiveerd wanneer de flitser van
de camera flitst.
– Een hoge gevoeligheid kan mogelijk de gewenste resultaten niet opleveren
wanneer het heel donker is.
– Gebruik tijdens het opnemen met een langzame sluitertijd een statief ter
voorkoming beeldwaas door het bewegen van de camera.
– Onder bepaalde belichtingsomstandigheden zal de camera een automatische
ruisfilterbewerking uitvoeren om de digitale ruis in het beeld te verminderen.
Deze bewerking leidt er toe dat het langer duurt voor de camera dan gewoonlijk
om het beeld op te slaan en klaar te zijn voor het opnemen van de volgende foto.
• Scènemodus-scènebeelden werden niet opgenomen met deze camera.
46
]