>>>
GEBRUIKSMODUS NAVIGATIE
Gereedschappenset voor
> D
kaarten
> GB
U kunt voorkeuren voor de navigatie, de
weergavestijl van de kaart en de route
> F
instellen in de Gereedschappenset voor
> I
kaarten.
> Druk op de draai-en-drukknop in de
> E
kaartweergave.
Tijdens de actieve navigatie wordt de
> P
volgende versie van de gereedschappenset
> NL
weergegeven.
> DK
> S
> N
> FIN
Als er geen navigatie actief is, wordt de
> TR
volgende versie van de gereedschappenset
weergegeven.
> GR
> PL
> CZ
> H
> RUS
U kunt verdergaan en de bestemming
38
invoeren
door
Best.
invoeren
selecteren. De vermeldingen
kunnen
niet
Herhalen
geselecteerd als navigatie niet actief is.
Route
Opmerking:
De
volgende
functies
zijn
beschikbaar tijdens actieve navigatie.
> Selecteer
Route
Gereedschappenset voor kaarten.
Het routemenu wordt weergegeven.
Tussenstop invoeren/verwijderen
Met deze functie kunt u een tussenstop
invoeren of verwijderen.
> Selecteer
Tussenstop toev.
routemenu.
Zoals
beschreven
in
'Bestemming
invoeren' op pagina 20, kunt u nu een
bestemming als tussenstop invoeren. U
te
kunt ook een keuze maken uit recente
and
tussenstops
Route
worden
bestemmingen selecteren
Nadat u de gewenste tussenstop hebt inge-
voerd, wordt de nieuwe route berekend.
De ingevoerde tussenstop wordt met een
rode vlag aangegeven op de kaart.
alleen
Tussenstop verwijderen
> Selecteer
Tussenstop verw.
in
de
routemenu.
De tussenstop wordt verwijderd. De route
wordt opnieuw berekend.
TMC op uw route
U kunt TMC-meldingen die op uw route
verschijnen bekijken en verwerken.
Opmerking:
De
TMC-meldingen
aanpassingen van de route hebben geleid
worden eveneens weergegeven.
> Selecteer
TMC op de route
in het
routemenu.
door
Uit
laatste
te kiezen.
in het
die
tot
in het