Bediening
11.1.2.1 Accu fixeren
WAArschuWIng
Het slot kan worden geopend� De accu kan uit de houder
vallen en worden beschadigd�
risico op beschadigingen met brand tot gevolg!
• Ga na of de accu stevig in de houder zit�
1� Als u de accu heeft geplaatst, trekt u de sleutel uit het slot.
2� Pak de accu vast bij de greep en controleer of u hem eruit
kunt trekken�
11.1.3 Laadindicator
De accu is aan de bovenkant voorzien van een laadindicator (zie
afb. "Aan/uit-knop en laadindicator")�
1
Afb. Aan/uit-knop en laadindicator
1 Laadindicator
2
2 Aan/uit-knop
Knippert er een led, dan is de acculading voor de aandrijving opge-
bruikt� De aandrijving wordt uitgeschakeld�
11.1.4 Acculading controleren
11.1.4.1 Verwijderde accu
1� Druk gedurende 2 seconden op de toets
(zie afb. "Aan/uit-knop en laadindicator")�
2� Lees de acculading af op de laadindicator van de
accu (zie afb. "Deellading")�
1 led knippert:
1 led licht op:
1 tot
2 leds lichten op:
21 tot
3 leds lichten op:
41 tot
4 leds lichten op:
61 tot
5 leds lichten op:
81 tot
3� Lees het hoofdstuk "Beoordeling van de acculading" op
pagina 27�
Afb. Deellading
op de accu
0 % lading
20 % lading
40 % lading
60 % lading
80 % lading
100 % lading
26