12. Verhelpen van storingen
Met de regentonpomp heeft u een product aangeschaft dat volgens de laatste stand van de techniek werd gebouwd
en veilig in gebruik is. Desondanks is het mogelijk dat er zich problemen en storingen voordoen. Hieronder vindt u
enige informatie over hoe u mogelijke storingen kunt verhelpen.
De regentonpomp zuigt niet
• Open de afsluiter aan de drukzijde, omdat de lucht in de slang of in de regentonpomp niet kan ontsnappen. Beweeg
de regentonpomp iets heen en weer. Haal de netstekker kort uit het stopcontact en steek hem er dan weer in.
• Reinig de aanzuigopeningen en het filter (ontkoppel de regentonpomp eerst van de netspanning!).
• Het waterniveau is te laag, er wordt alleen lucht aangezogen.
De regentonpomp werkt niet of stopt tijdens het gebruik
• De vlotterschakelaar is niet juist gepositioneerd (of de vlotterschakelaar heeft de pomp uitgeschakeld omdat er niet
genoeg water in de regenton zit).
• Controleer de stroomvoorziening resp. de stroomkringzekering en de aardlekschakelaar. Als de aardlekschakelaar
is geactiveerd, koppel dan de regentonpomp los van de netspanning en controleer op eventuele schade (bijv.
netsnoer/behuizing).
• De oververhittingsbeveiliging is geactiveerd. Ontkoppel de regentonpomp van de netspanning en laat de regen-
tonpomp afkoelen (minimaal 30 minuten). Elimineer de oorzaak van de activering (bijv. watertemperatuur te hoog,
droogloop te lang of vergelijkbaar).
De hoeveelheid gepompt water is te gering of werd minder
• Controleer de aanzuigopeningen op vuil, maak het filter schoon.
• Controleer de afsluiter, open deze volledig.
• De regentonpomp zuigt lucht aan, aangezien de aanzuigopening zich niet meer volledig onder water bevindt.
• Controleer de aansluiting van de slang op de regentonpomp.
• Controleer de slang op lekkage of knikken.
• De opgepompte hoeveelheid neemt in principe af naarmate de oppomphoogte groter is.
Vlotterschakelaar schakelt niet in of uit
• De vlotterschakelaar is niet juist gepositioneerd.
• Gebruik voor de vlotterschakelaar ofwel de kabelhouder (7) op de telescoopbuis of de houder (13) op de regen-
tonpomp. Plaats de vlotterschakelaar correct zodat deze de regentonpomp uitschakelt als de waterstand laag is.
12