9. Ingebruikname
• Nadat u de regenwatertonpomp correct hebt geplaatst (zie hoofdstuk 8), steekt u de netstekker in een geschikt
geaard stopcontact. Voor gebruik buitenshuis moet dit een IP44-stopcontact zijn.
De netstekker mag alleen in het stopcontact worden gestoken als deze droog is. Anders bestaat levensge-
vaar door een elektrische schok!
• Als de vlotterschakelaar op de juiste manier is geplaatst, schakelt de regentonpomp in, begint water aan te zuigen
en door de uitlaatopening te pompen (indien nodig de afsluiter openen, hendel moet parallel aan de buis/slang
staan).
Als er geen water wordt opgepompt, dan zit er zich nog lucht in de regentonpomp en in de slang. U kunt het afzui-
gen versnellen als u de regentonpomp een beetje heen en weer beweegt.
• De regentonpomp schakelt zich automatisch uit als de vlotterschakelaar naar beneden zakt.
De regentonpomp kan ook handmatig worden bediend door de vlotterschakelaar dienovereenkomstig vast
te zetten of door deze hoger te plaatsen.
De regentonpomp mag hier echter niet zonder toezicht worden gebruikt, omdat de regentonpomp bij ge-
brek aan water niet wordt uitgeschakeld en daardoor wordt beschadigd.
10. Buitengebruikstelling
Als de regentonpomp van de slang moet worden losgekoppeld (bijv. voor een reiniging, een onderhoudsbeurt of bij
het opslaan in de winter), gaat u als volgt te werk:
• Koppel de regentonpomp los van de stroomvoorziening, trek de netstekker uit het stopcontact.
• Trek de regentonpomp uit het water met behulp van de U-vormige aansluitstuk, het draaghandvat of een eventueel
bevestigd bevestigingstouw.
De regentonpomp mag \nooit via het netsnoer of de vlotterschakelaar omhoog worden getrokken! Daarbij
kan het netsnoer beschadigd raken, er bestaat levensgevaar door een elektrische schok!
• Koppel de regentonpomp los van de U-vormige aansluitstuk of een direct aangesloten slang.
• Laat achtergebleven water uit de regentonpomp lopen door deze scheef te houden of ondersteboven te zetten.
• Maak het filter aan de onderzijde van de regentonpomp schoon, zie hoofdstuk 11.
• Droog de regentonpomp en het netsnoer af. Rol vervolgens het netsnoer op, het kan aan de boven- en onderkant
om de regentonpomp worden gerold (indien nodig de voet openklappen).
• In de winter moet u de regentonpomp in een vorstvrije en droge ruimte opslaan.
Denk er ook aan de buitenshuis gelegde slangen te ledigen, om vorstschade te voorkomen; open eventu-
ele aangebrachte waterkranen. De regenton moet ook worden geleegd, omdat water uitzet als het vriest
en daardoor de regenton beschadigd raakt.
• Draag of transporteer de regentonpomp alleen aan het draaghandvat. Houd het nooit vast aan het netsnoer of de
vlotterschakelaar.
• Na het gebruik of het ledigen bevindt zich nog kleine hoeveelheid restwater in de regentonpomp. Bij opslag of
transport in een voertuig moet u daarom een geschikte ondergrond gebruiken.
10