O v e r z i c h t
Uw apparaat kan ook door u deels ingevoerde woorden voltooien op
basis van het ingebouwde woordenboek voor de geselecteerde
tekstinvoertaal. Bovendien kan het apparaat nieuwe woorden leren op
basis van wat de gebruiker invoert.
Schermtoetsenbord
• Tabtoets (1) — Voegt een tab in of beweegt de cursor naar het
volgende tekstinvoerveld.
• [ABC] (2) — Vergrendelt de hoofdletters van het toetsenbord.
Schakelt in de modus voor handschriftherkenning heen en weer
tussen de normale modus en de modus voor herkenning van speciale
tekens.
• Shift-toets (3) — Hiermee kunt u hoofdletters invoeren in de modus
voor het schermtoetsenbord terwijl u kleine letters typt. Als u in de
modus voor handschriftherkenning op deze toets tikt, wordt de laatst
ingevoerde kleine letter in een hoofdletter veranderd en vice versa.
• Invoermenutoets (4) — opent het tekstinvoermenu, met daarin
opdrachten al
Edit
• Schermtoetsenbord (5)
• Spatiebalk (6) — Voegt een spatie in.
• Numeriek toetsenbord (7)
• Backspace-toets (8) — Wist het teken links van de cursor.
• Enter-toets (9) — Verplaatst de cursor naar de volgende rij of het
volgende tekstinvoerveld. De toets heeft meerdere functies,
gebaseerd op de actuele context (de toets fungeert bijvoorbeeld in
het webadresveld van de webbrowser als een activeringsknop).
16
> Copy,
Cut
en Paste.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.