O v e r z i c h t
• Enkele tik — Bedieningselementen en andere interactieve
interfaceonderdelen worden met een enkele tik van de stylus
geactiveerd (dat wil zeggen stylus naar beneden en naar boven op
hetzelfde object). Met een enkele tik kunt u een lijst openen, een
knop in een dialoogvenster of een koppeling op een webpagina
activeren, een selectievakje inschakelen en uitschakelen, of een
tekstinvoermethode vanuit een tekstveld activeren.
• Markeren en activeren — Als u een onderdeel wilt markeren, dient u
er eenmaal met de stylus op te tikken. Tik er nogmaals op als u het
onderdeel wilt activeren of openen. U kunt onderdelen in de lijst- en
rasterweergave bijvoorbeeld markeren en activeren om bestanden en
mappen te kopiëren, verplaatsen of verwijderen.
• Selectie van opeenvolgende onderdelen — Als u opeenvolgende
onderdelen wilt selecteren, dient u de stylus op een niet op de
voorgrond weergegeven onderdeel te plaatsen en de stylus over de
onderdelen te slepen.
• Slepen-en-neerzetten — Als u een onderdeel wilt verslepen, dient u de
stylus op een op de voorgrond weergegeven onderdeel te plaatsen, het
onderdeel naar de nieuwe plek te slepen en de stylus los te laten. Als u
meerdere onderdelen wilt verslepen, dient u deze achtereenvolgens te
selecteren en het gemarkeerde onderdeel te verslepen.
• Contextgevoelige menu's — Als u een contextgevoelig menu wilt
activeren, dient u de stylus er een seconde op te plaatsen.
Toetsen
Een druk op de toets bestaat uit het indrukken en weer loslaten van een
toets. Sommige handelingen hangen af van de duur van het indrukken
van de toets.
• Aan-uittoets — Met een korte druk op de toets opent u het
dialoogvenster
het apparaat in- of uitgeschakeld.
• Inzoomtoets — Een korte druk op de toets verandert het
inzoomniveau van de actuele weergave en past het volume van
audiotoepassingen aan.
14
Device
mode. Met een lange druk op de toets wordt
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.