Als u het apparaat wilt vergrendelen, drukt u kort op de
aan/uit-toets en selecteert u
OK. Als u de vergrendelingscode niet hebt ingesteld,
wordt u gevraagd dit te doen. Als u het apparaat wilt
ontgrendelen, geeft u de vergrendelingscode op
en selecteert u OK.
Als u de vergrendelingsinstellingen van het apparaat wilt
bewerken, tikt u op
en selecteert u
Configuratiescherm. Ga naar
en selecteer Apparaatvergrendeling.
Als u de time-outperiode wilt instellen, selecteert
u
Periode voor automatisch vergrendelen
selecteert u de gewenste tijd.
De vergrendelingscode wijzigen
Ga als volgt te werk als u de vergrendelingscode wilt
wijzigen:
1.
Tik op
en selecteer
Configuratiescherm.
2.
Ga naar
Configuratiescherm
Apparaatvergrendeling
wijzigen.
3.
Voer de huidige vergrendelingscode in en selecteer OK.
De standaardcode is 12345.
Apparaat vergrendelen
Instellingen
>
Configuratiescherm
en
Instellingen
>
en selecteer
>
Vergrendelingscode
4.
Voer de nieuwe code in en selecteer OK.
>
5.
Voer de nieuwe code nogmaals in en selecteer OK.
Als u in een van deze dialoogvensters
selecteert, wordt de vergrendelingscode van het
apparaat niet gewijzigd.
Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een
veilige plaats uit de buurt van het media-apparaat.
Opmerking: Als u de vergrendelingscode van
het apparaat verliest, dient u het apparaat
naar een door Nokia goedgekeurd servicepunt
te sturen. Daar kan het apparaat worden
ontgrendeld, maar daarvoor moet de software
opnieuw worden geladen. Hierbij kunnen alle
gegevens die u op het apparaat hebt
opgeslagen verloren gaan.
Touchscreen en toetsen vergrendelen
Met de vergrendeling van het touchscreen en de toetsen
wordt voorkomen dat het apparaat per ongeluk wordt
geactiveerd wanneer het is ingeschakeld. Wanneer het
touchscreen en de toetsen zijn vergrendeld, zijn geen
toetstonen hoorbaar en worden geen toetsaanslagen
geaccepteerd, behalve voor het ontgrendelen van het
touchscreen en de toetsen.
Annuleren
16