Eerste uitgave • Vijfde druk
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Inspecteer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Grondbeginselen
In de sectie Bedieningsinstructies staan instructies
voor elk aspect van de bediening van de machine.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener alle
veiligheidsvoorschriften en instructies in de
gebruikershandleiding, veiligheidshandleiding en
verantwoordelijkheidshandleiding op te volgen.
Het gebruik van de machine voor iets anders dan
het heffen van personen en gereedschappen naar
een werklocatie in de lucht is onveilig en gevaarlijk.
De machine mag alleen door getraind en bevoegd
personeel worden bediend. Als meer dan een
bediener op verschillende tijdstippen in dezelfde
dienst een machine bedient, mag het hier alleen om
gekwalificeerde bedieners gaan van wie verwacht
wordt dat zij alle veiligheidsvoorschriften en
instructies in de bedienings-, verantwoordelijkheids-
en veiligheidshandleidingen opvolgen. Dat betekent
dat elke nieuwe bediener een inspectie voor het
gebruik, functietests en een inspectie van de
werkplek moet uitvoeren voordat hij de machine
gebruikt.
Onderdeelnr. 56011DU
Bedieningsinstructies
Inleiding
Deze machine kan worden bediend met een
draaiende en niet-draaiende motor.
Motor starten
1 Draai het contactslot van de grondbediening
naar de gewenste stand.
2 Zorg ervoor dat de rode noodstopknoppen van
zowel de grond- als de platformbediening
uitgetrokken zijn naar de stand aan.
3 Verplaats de motorstarttuimelschakelaar naar
een van beide zijden. Als de motor niet start of
afslaat, schakelt de herstartvertraging de
startknop 3 seconden uit.
Als de motor na 15 seconden tornen niet start,
dient u de oorzaak hiervan vast te stellen en
eventuele storingen te repareren. Wacht 60
seconden voordat u opnieuw probeert te starten.
Onder koude omstandigheden dient u de
gloeibougieschakelaar naar een van beide zijden
vast te houden en vervolgens de motor te starten.
Onder extreem koude omstandigheden, -6°C en
lager, dient u de gloeibougieschakelaar gedurende
10 seconden naar een van beide zijden vast te
houden en vervolgens de motor te starten. Warm
de motor gedurende 5 minuten op (gebruik laag
stationair) om schade aan het hydraulische
systeem te voorkomen.
Genie Z-34/22 Bi-Energy
Bedieningshandleiding
19