❷ Installati e
2.1 I Keuze van de plaats
• De pomp moet worden geïnstalleerd:
- voor de fi lter, een verwarmings- of waterbehandelingssysteem,
- op een afstand van minimum 3,5 meter van de rand van het zwembad, zodat elk spatt en van water op het apparaat
wordt vermeden. Bepaalde normen laten andere afstanden toe, zie de reglementering, geldend in het land van de
installati e.
- ideaal 30 cm onder het waterniveau,
- buiten een overstroombare zone, of op een sokkel met drainage,
- in een geventi leerde ruimte voor het koelen van de pomp en motor.
• De pomp mag niet geïnstalleerd worden:
- in een zone onderhevig aan waterspatt en of regen.
- op meer dan 1 meter boven het waterniveau.
- vlakbij een hitt ebron, of ontvlambaar gas.
• De toegang moet gemakkelijk zijn voor alle tussenkomsten aan het apparaat.
• Op een stabiel vast oppervlak plaatsen, (van het type betontegel) en waterpas,
• Gebruik indien nodig sokkels (2 soorten sokkels, niet meegeleverd, opti oneel) om de pomp te verhogen t.o.v. de
bestaande leidingen.
• Veranker de pomp op de vloer met behulp van de passende bouten.
H0547400.B - NL - 2016-06
NL
5