• Wij verzoeken u voordat u contact opneemt met uw dealer in geval van storing aan de hand
van de volgende tabellen.eenvoudige controles uit te voeren.
• Als het probleem aanhoudt, neem contact op met uw verkoper.
•
: Acti es enkel voor gekwalifi ceerde technici
5.1 I Gedrag van het apparaat
De pomp start niet / de
motor draait niet.
De pomp zuigt niet aan /
er is lucht zichtbaar in de
voorfi lterkorf.
Laag debiet / lage druk in
het fi lter
Laag debiet / hoge druk
in het fi lter
Lawaaierige pomp
Lekkage tussen het
pomplichaam en de
motor
De pomp warmt op en
schakelt uit
10
❺ Probleemoplossing
• Filtrati e buiten een geprogrammeerde werkbereik (modus "Auto"). Controleer de
instelling van de fi lterklok.
• Elektrische voeding uitgeschakeld. Check de stroomonderbreker(s).
•
Controleer de aansluiti ng van de elektrische kabel op de motorklemmen.
• Controleer of de motoras vrij kan draaien. Controleer of er zich geen vuil in de
voorfi lterkorf bevindt.
•
Wanneer nog vuil achterblijft , demonteer de pomp om toegang te hebben tot de
waaier.
• Controleer de positi e van alle kleppen van het hydraulische circuit.
• Er zit lucht gevangen in het systeem, ontlucht dan het hydraulische circuit
(ontluchti ngsschroef op het fi lter).
• Het waterpeil van het zwembad is te laag; er wordt lucht aangezogen; vul het zwembad
bij.
• De voorfi lterkorf is niet goed afgedicht, controleer de pakking en de dichtheid van het
deksel.
•
Voor driefasige modellen, controleer de draairichti ng (pijl op het venti latordeksel).
• De voorfi lterkorf is gevuld met vuil: deze schoonmaken.
• Lucht in het circuit. Controleer alle aanspanmomenten.
•
De waaier en de diff user van de pomp zijn verstopt of versleten
•
De dichti ng van de diff user is versleten, vervang deze.
•
De rotati e van de motor is omgekeerd (enkel driefasemodellen). Controleer de
elektrische aansluiti ng op de klemmen van de pomp.
• Het fi lter is vervuilt. Voer een fi lterspoeling uit (of van het patroon volgens het geval).
• Controleer de positi e van alle kleppen van het hydraulische circuit.
• Luchtaanzuiging of cavitati e in de aanzuigleiding. Controleer de kleppositi e en pas deze
zo nodig aan.
• De pomp verkeerd op de grond geplaatst. Zorg ervoor dat plat staat op een harde
ondergrond. Gebruik anti -vibrati epads indien nodig.
• Aanwezigheid van een vreemd lichaam in de voorfi lterkorf
•
Aanwezigheid van een vreemd lichaam in het pomplichaam (in dit geval is
demontage vereist).
•
Voor driefasige modellen, controleer de draairichti ng (pijl op het venti latordeksel).
•
De mechanische afdichti ng is beschadigd of defect, vervang deze
• De motor raakt oververhit omdat deze onvoldoende geventi leerd is. Controleer of er
voldoende vrije ruimte rondom de motor is.
•
Er treedt een elektrische storing op. Controleer de elektrische aansluiti ngen en
controleer de spanning van het elektriciteitsnet. Deze mag niet variëren.
H0547400.B - NL - 2016-06