Introductie – Namen van onderdelen
(1) Lensoppervlak
(2) Focusring (
(3) Zoomring (
(4) O.I.S.-schakelaar (
(5) [AF/MF]-schakelaar (
•
U kunt tussen AF en MF schakelen.
Als [MF] op de lens of op de camera ingesteld is, zal de werking met MF zijn.
(6) Contactpunten
(7) Montagerubber lens
(8) Pasmarkering voor de lens (
Opnemen met MF:
Opname met zoom:
Beeldstabilisatie:
AF gebruiken:
195)
204)
259)
155,
Opnemen met MF:
Een lens bevestigen:
36
195)
64)