Aandrijving / Sluiter / Beeldstabilisatie – Beeldstabilisatie
Beeldstabilisatie-instellingen
Stel de beweging van de beeldstabilisatie in om bij de opnamesituatie te
passen.
Foto:
Video:
[Bedieningsstand]
Stelt de stabilisatiebeweging (wazig) in om bij de opnamemethode (normaal, panning)
te passen. (
[Bedieningsstand]:
[E-stabilisatie (Video)]
De camerabewegingen tijdens een video-opname worden gecorrigeerd langs de
verticale en horizontale assen en die van schuinstand, slingering en verdraaiing, met
het gecombineerde gebruik van de in-lens, in-body en elektronische beeldstabilisaties.
(5-assen hybride beeldstabilisatie)
•
De [
] op het opnamescherm verandert in [
functioneert.
•
De gezichtshoek kan smaller worden als het op [ON] gezet is.
[BS versterken (video)]
Verhoogt de doeltreffende werking van de beeldstabilisatie tijdens video-opnames.
Dit effect kan bijdragen aan een stabiele compositie als u de opname vanuit een vast
perspectief wilt maken. (
[Anamorfisch (Video)]
U kunt overschakelen naar een beeldstabilisatie die past bij anamorfe opname.
(
[Anamorfisch (Video)]:
[Lensinformatie]
Bij het gebruik van een lens die geen communicatiefunctie met de camera heeft,
registreert u de lensinformatie in de camera. (
[
]
[
]
[
]
[
264)
[BS versterken (video)]:
265)
Selecteer [Beeldstabilisatie]
]
Selecteer [Beeldstabilisatie]
265)
[Lensinformatie]:
262
] terwijl [E-stabilisatie (Video)]
266)