Stroomkabel installeren
▶ Controleer de stroomkabel op mechanische beschadiging. Vervang
beschadigde kabel.
8.1
Deeltjesfilter
WAARSCHUWING
Krachtige magneet!
Kan schadelijk zijn voor dragers van pacemakers.
▶ Reinig het filter niet en controleer de magnetietindicator niet wan-
neer u een pacemaker draagt.
De filter voorkomt, dat deeltjes en verontreinigingen in de warmtepomp
terecht komen. In de loop der tijd kan het filter verstoppen en moet wor-
den gereinigd.
Voor het reinigen van het filter hoeft de installatie niet te worden af-
getapt. Het filter is geïntegreerd in de afsluitkraan.
Filterreiniging
▶ Sluit het ventiel (1).
▶ Schroef de dop (met de hand) af (2).
▶ Filter uitnemen en onder stromend water of met perslucht reinigen.
▶ Controleer de magneet van de dop (3) op vervuiling en maak deze
schoon.
▶ Monteer de filter weer (4). Zorg er voor een juiste montage voor, dat
de geleidingen in de uitsparingen op het ventiel passen.
▶ Schroef de dop weer op (met de hand).
▶ Open het ventiel (5).
1
1.
2.
3
Afb. 19 Filterreiniging
Compress 3400i AWS – 6721821873 (2023/08)
2
4
5
2.
1.
0010033735-001
De vuilafscheider moet ten minste eenmaal per jaar worden schoonge-
maakt.
Controleer de magnetietindicator
Na de installatie en opstarten moet de magnetietindicator met kortere
tussenpozen worden gecontroleerd. Magnetische vervuiling kan een
slechte doorstroming en daarmee een regelmatig terugkerend alarm van
de warmtepomp veroorzaken (bijvoorbeeld lage of slechte doorstro-
ming, hoge doorstroming of HP alarm). In dat geval moet een magnetiet-
filter (zie lijst van accessoires) worden geinstalleerd. Een filter verlengt
tevens de levensduur van componenten in de warmtepomp en de overige
delen van het verwarmingssysteem.
8.2
Vervang componenten
Wanneer componenten moeten worden vervangen, waarvoor de binnen-
unit moet worden afgetapt en weer worden gevuld, de volgende stappen
uitvoeren:
1. Schakel de buiten- en binnenunit uit.
2. Waarborg, dat het automatische ontluchtingsventiel VL1 open is.
3. Ventielen naar cv-installatie sluiten; deeltjesfilters SC1 en ventiel
VC3.
4. Tap het toestel af via een passende afvoer in het systeem.
5. Wacht, tot er geen water meer de afvoer instroomt.
6. Onderdelen vervangen.
7. Open de vulkraan VW2 om water de leiding in te laten, die naar de bin-
nenunit gaat.
8. De vulprocedure net zo lang voortzetten tot uit de afvoer alleen water
naar buiten komt en de binnenunit geen luchtbellen meer bevat.
9. Sluit de aftapkraan en vul de installatie tot op de manometer GC1
2 bar wordt weergegeven.
10.Sluit de vulkraan VW2.
11.Sluit de voedingsspanning op de buiten- en binnenunit weer aan.
12.Waarborg, dat de cv-pomp PC1 draait (indien geïnstalleerd).
13.Trek de PWM-aansluiting PC0 los van de primaire circulatiepomp
(PC0), zodat deze met het maximale toerental werkt.
14.Aansluiting PC0 PWM-contact op de primaire circulatiepomp (PC0).
15.Deeltjesfilter SC1 reinigen.
16.Open ventielen VC3 en SC1 van het verwarmingssysteem.
17.Controleer de druk op manometer GC1, bij een druk van minder dan
2 bar via de vulklep VW2 bijvullen.
Onderhoud
25