Installatie
5.7.1
Binnenunit aansluiten
▶ Verwijder het frontpaneel van de binnenunit.
▶ Afdekking van de aansluitdoos verwijderen.
▶ Plaats de CAN-BUS, sensoren en andere signaalcircuitkabels door de
betreffende kabeldoorvoeren, gemarkeerd met <50 V. Installeer de
kabels tot deze het front van het toestel bereiken en sluit deze aan
conform afb. 10.
▶ Plaats de voedingscircuitkabels door de wartels gemarkeerd met
230 V. Installeer de kabels tot deze het front van het toestel bereiken.
▶ Sluit de fase, nul en aarde aan op de betreffende klemmenblokken zo-
als gespecificeerd in hoofdstuk 5.7.9.
▶ Bevestig de kabelbinders.
▶ Controleer of alle elektrische kabels correct en veilig zijn aangesloten
en plaats vervolgens het deksel op de aansluitdoos en het frontpa-
neel van de binnenunit.
Afb. 10 Kabeldoorvoeren en elektrische componenten (aanzicht met
lekbak)
[1]
Kabeldoorvoer voor stroomvoorziening (voeding 230 V door-
voer)
[2]
Kabeldoorvoer voor sensor, CAN-BUS, EMS BUS- en signaalka-
bels (<50 V doorvoeren)
[3]
Steun voor kabelbinders
[4]
Installatiemodule
[5]
Klemmenblokken
[6]
Kabelcircuit voor sensor, CAN-BUS, EMS BUS- en signaalkabels
(<50 V)
[7]
Kabelcircuit voor stroomvoorziening (230 V)
16
1
2
3
4
5
6
7
0010038171-001
Waarborg bij het installeren van de elektrische kabels binnen en buiten
de aansluitdoos, dat deze niet te strak staan.
Signaalkabels en voedingskabels mogen niet in dezelfde kabeldoorvoer
liggen.
Compress 3400i AWS – 6721821873 (2023/08)