Toepassing 4
Toepassing voor verwarmen en koelen van ruimten zonder op de
binnenunit aangesloten kamerthermostaat, maar met de kamer-
thermostaat voor alleen verwarmen (ingesteld op alleen verwarmen)
voor de regeling van de vloerverwarming en de thermostaat voor
verwarmen/koelen voor de regeling van de ventilatorconvectoren.
Verwarmen door middel van vloerverwarmingslussen en ventilator-
convectoren.
Koelen
alleen
ventilatorconvectoren.
1
2
3
4
5
7
1
Buitenunit
2
Binnenunit
3
Warmtewisselaar
4
Pomp
5
Afsluiter
6
Verdeelstuk
(lokale levering)
7
Afsluiter
9
Omloopklep
(lokale levering)
13
Gemotoriseerde
2-wegsklep voor
uitschakelen van de
vloerverwarmings-
lussen tijdens koelen
(lokale levering)
Montagehandleiding
6
door
middel
van
6
T4
T5
T6
FCU1
FCU2
T
FCU3
13
14
6
M
M
FHL1
FHL2
FHL3
14
Gemotoriseerde
2-wegsklep voor
activering van de
kamerthermostaat
(lokale levering)
FCU1..3
Ventilatorconvector met
thermostaat (optie)
FHL1..3
Vloerverwarmingslus
T
Kamerthermostaat alleen
verwarmen (optie)
T4..6
Individuele kamer-
thermostaat voor met
ventilatorconvector
verwarmde/gekoelde
kamer (optie)
Pompwerking
Zonder op de binnenunit (2) aangesloten thermostaat kan de pomp
(4) worden geconfigureerd om te werken zolang de binnenunit is
ingeschakeld, of tot de vereiste watertemperatuur is bereikt.
LET OP
Meer informatie over de configuratie van de pomp
vindt u in
pagina
de
Verwarmen en koelen van ruimten
Afhankelijk van het seizoen kiest de klant via de gebruikersinterface
9
op de binnenunit verwarmen of koelen.
De buitenunit (1) begint te werken in de verwarmings- of koelstand
om de doeltemperatuur van het uitgaande water te bereiken.
Wanneer de unit in de verwarmingsstand staat, is de 2-wegsklep (13)
open. Warm water wordt zowel naar de ventilatorconvectoren als
naar de vloerverwarmingslussen gestuurd.
Wanneer de unit in de koelstand staat, is de 2-wegsklep (13)
gesloten om te voorkomen dat koud water in de vloerverwarmings-
lussen (FHL) wordt gestuurd.
Wanneer meerdere lussen in het systeem door op afstand
gestuurde kleppen worden afgesloten, moet mogelijk een
omloopklep (9) worden gemonteerd om te voorkomen dat
de beveiliging met stromingsschakelaar wordt geactiveerd.
Zie ook
"Toepassing 2" op pagina
De bedrading van de 2-wegsklep (13) verschilt voor een
NC-klep (normaal gesloten) en een NO-klep (normaal
open)! Sluit de juiste aansluitpunten aan zoals aan-
gegeven in het bedradingsschema.
Via de gebruikersinterface op de binnenunit wordt de AAN/UIT-
instelling van verwarmen/koelen bepaald.
Toepassing 5
Verwarmen van ruimten met een extra ketel (afwisselende werking)
Verwarmen van ruimten door de Daikin-binnenunit of door een extra
ketel die in het systeem is aangesloten. Een hulpcontact of een
EKHB* door de binnenunit gestuurd contact bepaalt of de EKHB*-
binnenunit of de ketel werkt.
Dit hulpcontact kan bijv. een buitentemperatuurthermostaat zijn, een
contact voor dag-/nachtstroomtarief, een handbediend contact, enz.
Raadpleeg
"Lokale bedrading configuratie A" op pagina
Het door de EKHB*-binnenunit gestuurde contact (ook bekend als
"toelatingssignaal voor de extra ketel") wordt bepaald door de
buitentemperatuur (thermistor aan de buitenunit). Raadpleeg
bedrading configuratie B" op pagina
Bivalente werking is alleen mogelijk voor het verwarmen van ruimten,
en niet voor het verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik.
Warm water voor huishoudelijk gebruik wordt in een dergelijke
toepassing altijd geleverd door de tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik die op de Daikin-binnenunit is aangesloten.
De extra ketel moet in de leidingen en in de lokale bedrading worden
opgenomen volgens de onderstaande afbeeldingen.
VOORZICHTIG
Zorg dat de ketel en de integratie van de ketel in het
systeem overeenstemt met de relevante Europese en
nationale regelgevingen.
Daikin kan niet aansprakelijk worden gehouden voor
onjuiste of onveilige situaties in het ketelsysteem.
"Configuratie van de pompwerking" op
23.
4.
7.
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
7.
"Lokale
EKHBH/X008BA
4PW54185-1