-
-
-
-
-
-
-
-
-
r
-
-
r
Met elke druk op de toets wisselt het display
tussen de mogelijke functies.
In het display verschijnt "Tel.beantwoorder.
In het display verschijnt "Systeem.
In het display verschijnt "ISDN.
In het display verschijnt "MSN.
In het display verschijnt "Aankloppen.
In het display verschijnt de huidige instelling
Met elke druk op de toets wisselt het display:
aan:
een oproep tijdens een gesprek
wordt gesignaleerd.
uit:
een oproep tijdens een gesprek
wordt niet gesignaleerd.
De instelling wordt opgeslagen.