INSTRUCTIES VOOR KRAANOPERATORS
9 INSTRUCTIES VOOR KRAANOPERATORS
Deze instructies moeten worden opgevolgd.
Controleer of de zender werkt op de kraan die u gaat bedienen (door bijvoorbeeld een signaal te geven).
!
Controleer alle functies van de zender.
Controleer of er zich geen onbevoegde personen bevinden op of bij de kraan wanneer u begint deze te
!
bedienen. Eventuele blokkering bij de ingang van de kraan moet in gesloten stand staan.
!
Controleer de positie van de symbolen voor de draairichting (kraan-trolley-verplaatsing).
Aan het begin van elke dienst dient de operator alle remmen, eindschakelaars en noodstopfuncties te testen,
!
evenals de STOP-knop op de zender.
De kraanmachinist dient tijdens het bedienen van de kraan op een gepaste afstand van de hijsinrichting van
!
de kraan te staan om voldoende overzicht over de activiteit te hebben.
Het is verboden om de kraanlading over zichzelf of collega's heen te verplaatsen.
!
Geef een signaal om anderen te waarschuwen.
!
Vermijd rijden tot aan de eindstoppen aagezien apparatuur en goedere kunnen worden beschadigd.
Controleer uw eigen vrije doorgang om struikelen over materiaal op de grond te voorkomen tijdens het
!
bedienen van de machine. Houd de werkplek in goed opgeruimde staat.
Als u de beheersing over de kraanbewegingen verliest, laat u de drukknoppen los om de nulstand te
!
bereiken en de kraan alsnog te stoppen. Als de kraan nog steeds niet tot stilstand komt, activeert u de
STOP-functie.
Zoek waar de uitschakeling van de hoofdschakelaar van de kraan zich bevindt, om deze snel te kunnen
!
uitschakelen indien nodig.
Geef de zender nooit aan personen die geen training hebben gevolgd in het op afstand bedienen van een
!
kraan.
Na afronding van de bediening moet u de zender altijd uitschakelen met STOP. Let op! Leg de zender niet
!
weg zonder eerst de zender uit te schakelen met STOP.
De hoofdschakelaar van de kraan moet worden uitgeschakeld na afloop van de bedrijfsuren. De zender moet
!
vervolgens worden opgeborgen op een plaats die niet toegankelijk is voor onbevoegden.
In het geval van storingen of onderbrekingen in de zendapparatuur moet de kraan bedienbaar zijn vanuit de
!
bestuurderscabine of met een andere bedieningsuitrusting. In dat geval zet u eerst de schakelaar over van
zenderbediening naar handmatige bediening. Zorg ervoor dat duidelijk is hoe deze overschakeling
uitgevoerd moet worden voordat u begint met het bedienen van de kraan.
Zorg ervoor dat de ontvanger niet kan worden geactiveerd wanneer u onderhoud uitvoert aan de zender.
!
Bij het werken aan de kraan dient u ervoor te zorgen dat alle radiozenders en andere
!
bedieningselementen zijn vergrendeld of zich anderszins onder supervisie bevinden.
MELD DEFECTEN ALTIJD BIJ HET WERKPLEKMANAGEMENT.
Jupiter Era 4/6/8B, 10BD (FSK16)
Version: A0
Document-ID: 959125-302 NL
11 (16)
Author: SH (English instructions)