5.
Gebruik van de thermometer
De thermometer moet minstens eenmaal om de twee jaar gekalibreerd worden;
neem contact op met uw onderhoudspersoneel wanneer kalibratie moet
gebeuren.
Gebruik uitsluitend specifieke beschermende lenskappen.
De beschermende lenskap is voor eenmalig gebruik. Herhaald gebruik kan
kruisbesmetting veroorzaken.
U dient de beschermende lenskap te gebruiken tijdens het meten; indien niet,
kan dit kruisbesmetting of verkeerde meetwaarden veroorzaken.
Voor gebruik dient u te controleren of de lenskap vrij is van beschadiging. Niet
gebruiken indien beschadigd.
Spring voorzichtig om met de thermometer, bewaar hem in de houder wanneer
u hem niet gebruikt.
Gooi de beschermende lenskap weg conform de lokale voorschriften.
Tijdens het monitoringproces zal het temperatuur meetinstrument zichzelf
eenmaal per uur automatisch controleren. De zelfcontrole duurt 2 seconden
en heeft geen invloed op de normale werking van de temperatuurmonitor.
De meetwaarden worden verstuurd via een draadloze verbinding die tot stand wordt
gebracht tussen de thermometer en de hoofdeenheid.
Beide items (thermometer en toestel) moeten gekoppeld worden om de
gegevensoverdracht mogelijk te maken.
5.1
Temperatuurmeting
1.
Installeer een nieuwe beschermende lenskap op de thermometer.
2.
Wanneer de lenskap correct geplaatst is, verandert het
3.
Plaats de patiënt met het hoofd naar de ene zijde gericht, trek het oor zachtjes naar
achteren om het oorkanaal recht te maken. Plaats de sensor voorzichtig in het oorkanaal.
pictogram in
.
13