ontstekingsspiraal met
gebroken gloeidraad
Brandstofzeefje
N
De ontstekingsspiraal gaat langer mee als u de kachel op de juiste manier ont-
steekt. Vervang op tijd de batterijen en let op dat u de ontstekingstoets niet te
krachtig indrukt. Als de gloeidraad gebroken is, dient de ontstekingsspiraal ver-
vangen te worden.
3. DE KOUS / LEEGBRANDEN
Om de levensduur van de kous te verlengen, moet u de kachel van tijd tot tijd
helemaal laten leegbranden (tot hij vanzelf uitgaat). Doe dit wanneer u merkt dat
de verbranding wat minder wordt. Het leegbranden veroorzaakt enige geur, dus
het is raadzaam dit buiten de leefruimte te doen.
HET BRANDSTOFZEEFJE
Controleer ook met enige regelmaat het brandstofzeefje:
haal de wisseltank ¾ uit de kachel en verwijder het brandstofzeefje (fig. N). Dit
kan wat nadruppelen; houd een doekje bij de hand. Klop het brandstofzeefje
omgekeerd leeg op een harde ondergrond, om het vuil te verwijderen. (Nooit
reinigen met water!) Plaats het brandstofzeefje weer in de kachel.
Verwijder zelf geen onderdelen van de kachel. Neem voor een eventuele repa-
ratie altijd contact op met uw dealer.
Laat de kachel afkoelen voordat u onderhoud pleegt.
H
OPSLAG (EINDE STOOKSEIZOEN)
Wij raden u aan de kachel aan het einde van het stookseizoen helemaal leeg te bran-
den en daarna goed op te bergen. U gaat als volgt te werk:
Maak de kachel aan buiten de leefruimte en laat hem geheel leegbranden.
Laat de kachel afkoelen.
Maak de kachel schoon met een vochtige doek en droog deze af.
Haal de batterijen uit de batterijhouder ¹ en bewaar deze op een droge plaats.
Reinig het brandstofzeefje (zie hoofdstuk G).
Berg de kachel stofvrij op, zo mogelijk in de originele verpakkingsmaterialen.
Overgebleven brandstof kunt u een volgend stookseizoen niet meer gebruiken.
Houdt u toch wat over gooi deze brandstof dan niet weg, maar volg de regels zoals
die in uw gemeente gelden voor Klein Chemisch Afval. Begin het nieuwe
stookseizoen in elk geval met nieuwe brandstof en raadpleeg opnieuw deze
gebruiksaanwijzing.
69