In bedrijfstelling en bedieningsvoorschriften pneumatische
trilmotoren
Montage mogelijkheden:
Gebruik en bediening:
-
Luchtdruk maximum: 6 Atm.
-
Voor het starten van de trilmotor de navolgende adviezen opvolgen:
In een warme omgeving dient u alleen de trilmotor te smeren door speciaal perslucht-
olie van het type SAE 20-30 in de toevoerleiding te druppelen.
In koude omgevingen en bij vorst dient men te zorgen voor een waterafscheider met
olie-nevelaar en reduceerventiel. (Gebruik de juiste oliesoort).
Na deze voorzorgsmaatregelen kan de trilmotor gestart worden.
-
Als de motor, van het type LVS niet goed aanloopt, dient men de motorbevestiging(en)
te controleren. (Zie bovenstaande tekening ).
-
Bij de andere modellen kan men, na de luchtdruk te hebben afgesloten, proberen de
beide deksels met 1 boutgat te verdraaien, (90 graden). Verwijder de bevestigings-
bouten en draai deze, na de dekselrotatie, weer goed vast.
-
Als de motor nog niet start, neem dan contact op met de leverancier.
Standaarduitvoering
-
Elke lucht trilmotor is voorzien van:
1)
een oliebestendige rubber toevoerslang van 50 cm.
2)
een luchtkraan,
3)
een snelkoppeling voor de aansluiting van de toevoerleiding van de compressor.
5