In bedrijfstelling en bedieningsvoorschriften pneumatische
trilmotoren.
ALGEMEEN:
-
Pneumatische trilmotoren kunnen d.m.v. bouten, of een snel montageklem op het in
trilling te brengen object, worden gemonteerd.
-
Pneumatische trilmotoren zijn in twee uitvoeringen leverbaar: in standaard uitvoering
of in geluidgedempte uitvoering. De keuze is afhankelijk van in hoeverre het
bedienend personeel aan een te hoog geluidsniveau is blootgesteld.
-
Door toepassing van luchtdruk is het mogelijk de pneumatische trilmotoren, middels
de luchtkraan, op verschillende trilkracht niveaus te laten functioneren.
Waarschuwing!:
Lees de veiligheidsvoorschriften inzake de toepassing van lucht trilmotoren aandachtig
door. Draag beschermende kleding, veiligheidsschoenen, werkhandschoenen die
trillingen absorberen, veiligheidsbril, veiligheidshelm en gehoorbeschermende middelen.
INSTALLATIE;
-
Zorg ervoor dat de ondergrond waarop de trilmotor gemonteerd wordt voldoende
solide is, zodat de afgegeven trillingen geen scheuren of breuken kunnen veroorzaken.
Indien de ondergrond niet stevig genoeg is, kan deze verstevigd worden door montage-
platen en verstijvingribben toe te passen.
-
Let erop dat de ondergrond zo vlak mogelijk is, zodat de motorvoet overal vlak aanligt
op de onderplaat. Als de motor niet vlak op de onderplaat staat kan dit scheuren of
breuk van de motorvoeten tot gevolg hebben. Als aan de bovenomschreven
voorwaarden is voldaan kan de trilmotor middels passende bouten, vlakke sluitringen en
borgmoeren worden vastgezet.
-
Indien gebruik wordt gemaakt van een snel montageklem dient de trilmotor d.m.v. de
trekbout met moer stevig vastgezet te worden.
-
Indien de trilmotor ondersteboven wordt gemonteerd verdient het aanbeveling de motor,
middels een kabel te borgen, zodat bij geval van losgetrilde bouten de motor niet naar
beneden kan vallen.
-
De aansluiting op het luchtdruknet dient door gekwalificeerd personeel te worden
uitgevoerd.
-
Zorg ervoor dat alle toevoerleidingen in goede conditie zijn. Controleer tevens of de
toevoerleiding geen drukverlies veroorzaakt.
-
Zorg ervoor dat de maximale luchtdruk van 6 Atm. niet wordt overschreden.
-
Teneinde de lucht trilmotor goed te kunnen laten aanlopen, dient deze motor op het in
trilling te brengen object te worden gemonteerd, conform de montageposities A en B
van de onderstaande tekeningen.
-
Voor een goede werking van de trilmotor dient de toegevoerde lucht stof- en vuilvrij
te zijn. Reinig de toevoerleidingen voordat met de werkzaamheden wordt begonnen.
-
Tijdens het doorblazen van de leidingen dient men een veiligheidsbril te dragen
4