5
Sluit de module aan op het verwarmingssysteem
Voor het installeren opent u de beschermkap van uw ketel (eventueel met behulp
van de handleiding). Zoek de bedradingsklemmen van de kamerthermostaat.
Sluit de klemmen L (fase) en N (nul) van de verwarmingsmodule aan op de
klemmen L en N van de ketel of de klemmenkast. Dit levert stroom aan de
verwarmingsmodule. Controleer de stripafstanden van de kabels en draden.
Sluit de klemmen van het aan/uit-contact aan op de ingang voor het aan/uit-
contact van de ketel (TA of LS-LR).
Aansluitblok van de verwarmingsmodule
Opmerking: Sommige thermostaten wor-
den aangesloten op een andere ingang dan
hierboven vermeld (bijvoorbeeld eBus of EMS).
Zoek in dat geval de thermostaat-ingang TA,
LS-LR of RT24.
of
N
Ingang 220V
De draden zijn
meestal blauw (N)
en bruin (L/F)
19
TA
of
LS
LR
Kamerthermostaat