7.2.7
Configuratiewizard: Tank
INFORMATIE
Om het ontdooien van de tank mogelijk te maken, raden
we een minimale tanktemperatuur van 35°C aan.
Verwarmingsbedrijf
Het warm tapwater kan op 3 verschillende manieren bereid worden.
Deze manieren verschillen onderling door de manier waarop de
gewenste tanktemperatuur ingesteld wordt en hoe de unit hierop
reageert.
#
Code
[5.6]
[6-0D]
Verwarmingsbedrijf:
▪ 0
warmhouden is toegestaan.
▪ 1: Geprogrammeerd + warmhouden:
De
opgewarmd volgens een programma
en tussen de geplande opwarmcycli,
het warmhouden is toegestaan.
▪ 2: Alleen geprogrammeerd: De tank
voor warm tapwater kan ALLEEN
volgens een programma opgewarmd
worden.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor meer informatie.
Instellingen voor de stand "Alleen warm houden"
In de stand "Alleen warm houden" kan het tankinstelpunt worden
ingesteld op de gebruikersinterface. De maximaal toegestane
temperatuur wordt bepaald door de volgende instelling:
#
Code
[5.8]
[6-0E]
Maximum:
De maximumtemperatuur die gebruikers
kunnen selecteren voor het warm
tapwater. U kunt deze instelling
gebruiken om de temperatuur uit de
warmwaterkranen te beperken.
De maximumtemperatuur wordt NIET
toegepast tijdens de desinfectiefunctie.
Zie desinfectiefunctie.
Om de hysteresis voor warmtepomp AAN in te stellen:
#
Code
[5.9]
[6-00]
Warmtepomp AAN hysteresis
▪ 2°C~40°C
Instellingen voor de stand "Alleen programmeren" en de stand
"Programmeren + warm houden"
Instelpunt comfort bedrijf
Alleen van toepassing als de productie van warm tapwater Alleen
geprogrammeerd of Geprogrammeerd + warmhouden is. Bij het
programmeren van het programma kunt u gebruik maken van het
comfortinstelpunt ingesteld als een voorgeprogrammeerde waarde.
Indien u later het opslaginstelpunt wilt wijzigen, hoeft u dit maar op
één plaats te doen.
De tank zal opwarmen tot de opslagcomforttemperatuur is bereikt.
Dit
is
de
hogere
gewenste
opslagcomfortactie gepland werd.
Daarbij kan tevens een opslagstop geprogrammeerd worden. Dit
zorgt ervoor dat de tank stopt met opwarmen zelfs wanneer het
instelpunt NIET werd bereikt. Programmeer alleen een opslagstop
wanneer tankverwarming absoluut niet gewenst wordt.
ELVH/X12S18+23E
Daikin Altherma 3 R MT F
4P708472-1 – 2023.03
Beschrijving
Enkel
warmhouden:
Enkel
warm
tapwatertank
wordt
Beschrijving
Beschrijving
temperatuur
wanneer
een
#
Code
[5.2]
[6-0A]
Instelpunt comfort bedrijf:
▪ 30°C~[6‑0E]°C
Instelpunt Eco bedrijf
De opslageconomischtemperatuur duidt op de lagere gewenste
tanktemperatuur. Dit is de gewenste temperatuur wanneer een
opslageconomischactie gepland werd (liefst tijdens de dag).
#
Code
[5.3]
[6-0B]
Instelpunt Eco bedrijf:
▪ 30°C~min(50,[6‑0E])°C
Instelpunt warmhouden
Gewenste warmhoudentanktemperatuur wordt gebruikt:
▪ in de stand Geprogrammeerd
warmhouden: de gegarandeerde minimumtemperatuur van de
tank wordt ingesteld door het Instelpunt warmhouden min de
warmhoudenhysteresis. Indien de tanktemperatuur onder deze
waarde valt, wordt de tank opgewarmd.
▪ tijdens opslag comfort, om voorrang te geven aan de bereiding
van warm tapwater. Wanneer de tanktemperatuur boven deze
waarde stijgt, worden de bereiding van warm tapwater en
ruimteverwarming/koeling na elkaar uitgevoerd.
#
Code
[5.4]
[6-0C]
Instelpunt warmhouden:
▪ 30°C~min(50,[6‑0E])°C
Hysteresis (warmhoudenhysteresis)
Van toepassing als de bereiding van warm tapwater gepland is
+warmhouden.
Wanneer
de
warmhoudtemperatuur min de warmtehoudenhysteresis-temperatuur
zakt, wordt de tank opgewarmd tot de warmhoudtemperatuur.
#
Code
[5.A]
[6-08]
Warmhoudenhysteresis
▪ 2°C~20°C
7.3
Weersafhankelijke curve
7.3.1
Wat is een weersafhankelijke curve?
Weersafhankelijke werking
De unit werkt "weersafhankelijk" als de gewenste aanvoerwater- of
tanktemperatuur automatisch door de buitentemperatuur wordt
bepaald. Daarom is de unit aangesloten op een temperatuursensor
aan de noordzijde van het gebouw. Als de buitentemperatuur daalt
of stijgt, compenseert de unit dat ogenblikkelijk. De unit hoeft dus
niet te wachten op feedback van de thermostaat om de temperatuur
van het aanvoerwater of de tank te verhogen of verlagen. Doordat
de unit sneller reageert, wordt voorkomen dat de binnentemperatuur
en de watertemperatuur aan de kranen extreem stijgt en daalt.
Voordeel
Weersafhankelijke bediening vermindert energieverbruikt.
Weersafhankelijke curve
Om temperatuurverschillen te kunnen compenseren, vertrouwt de
unit op de weersafhankelijke curve. Deze curve bepaalt wat de
temperatuur van de tank of het aanvoerwater moet zijn bij
verschillende buitentemperaturen. Omdat de helling van de curve
afhankelijk is van plaatselijke omstandigheden zoals klimaat en de
isolatie van het gebouw, kan de curve worden aangepast door een
installateur of gebruiker.
Types van weersafhankelijke curve
Er zijn 2 types van weersafhankelijke curves:
7 Configuratie
Beschrijving
Beschrijving
+
warmhouden, tijdens het
Beschrijving
tanktemperatuur
onder
de
Beschrijving
Installatiehandleiding
33