17
|
Configuratie
Zonebesturing
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
82
F1 F2
c
VAM 1
F1 F2
VAM 2
F1 F2
VAM 3
F1 F2
VRV
F1 F2
b
1
Zone 1
2
Zone 2
a Controller voor airconditioner
b Maximumlengte van verbindingsleiding: 1000 m
c Centrale controller(DCS302C51 of DCS601C51 of DCM601A51)
VAM 1 VAM-ventilatie-unit met warmteterugwinning 1
VAM 2 VAM-ventilatie-unit met warmteterugwinning 2
VAM 3 VAM-ventilatie-unit met warmteterugwinning 3
VRV VRV-binnenunit
▪
Tot 64 units, een combinatie van airconditioners en VAM-units, kunnen worden
aangesloten op de F1- en F2-klemmen.
▪
Zone 1 en 2 kunnen onafhankelijk worden bestuurd met de centrale controller.
Zone 2
De VAM-units werken in de stand met zonekoppeling, zoals beschreven in
"17.3.4 Gekoppelde besturing met meer dan 2
Initiële instellingen:
▪
Een groepsnummer voor centrale besturing moet worden toegewezen aan elke
VAM-unit en airconditioner. Zie "Instelling groepsnummer voor centrale
besturing" in
"Besturing
van het groepsnummer.
▪
Voor de instelling van de ventilatieluchtstroom, volg de in
beschreven procedure.
▪
Voor zone-instelling met de centrale controller, zie de gebruiksaanwijzing van de
centrale controller.
1
P1
P2
a
P1 P2
2
P1
P2
P1 P2
a
groepen" [
4
alle/individueel" [
81] voor informatie over de instelling
4
77].
4
"Besturing
alle" [
80]
VAM350~2000J8VEB
Ventilatie-unit met warmteterugwinning
4P664012-1 – 2021.08