6.
Als u wilt afdrukken en papier wilt uitvoeren met de
afgedrukte zijde naar beneden, controleert u of het
uitvoervak aan de achterzijde van de printer is gesloten
(het papier wordt nu aan de bovenzijde van de printer
uitgevoerd). De capaciteit van het vak is ongeveer 150
vel, afhankelijk van het papiergewicht.
7.
Als u wilt afdrukken en het papier met de afgedrukte zijde
naar boven wilt uitvoeren, controleert u of het uitvoervak
aan de achterzijde van de printer is geopend en de
papiersteun (1) is uitgetrokken. Het papier wordt in
omgekeerde volgorde geplaatst en de ladecapaciteit
bedraagt ongeveer 10 vellen A4, afhankelijk van het
papiergewicht, of 1 enveloppe of 1 vel zwaar papier.
8.
Gebruik altijd de stapelaar met de afdrukzijde omhoog
(achterkant) voor zwaar papier, zoals indexkaarten.
Open of sluit de het uitvoervak aan de achterzijde van de
printer niet tijdens het afdrukken omdat hierdoor het
papier kan vastlopen.
LET OP!
Papier plaatsen> 27
1