4.4
Verwijder het schuimverpakkingsmateriaal.
4.7
Open lade 2-3 en verwijder alle tape en
schuimverpakkingsmateriaal.
5.2
Verwijder de verpakking van de tonercartridge.
Schud elke tonercartridge vijf (5) keer heen en weer
om de toner te verdelen voordat u de tonercartridge
installeert.
Installeer de belichtingseenheid.
6
PAS OP:
Open de verpakking van een belichtingseenheid pas wanneer u klaar bent om deze te
installeren. Langdurige blootstelling aan fel licht kan de belichtingstrommel beschadigen en
problemen met de beeldkwaliteit veroorzaken.
Op de engine roteert u de vergrendeling voor de belichtingseenheid omlaag en verwijdert u vervolgens
elke oranje transportdummy.
4.5
Verwijder voorzichtig de omsnoeringstape aan
de achterkant van de transfereenheid.
4.8
Verwijder de vergrendelingsschroef voor de scanner
en de rode sticker aan de linkerkant van de printer.
WAARSCHUWING:
De vergrendelingsschroef voor de
scanner moet worden verwijderd voordat u de printer
inschakelt.
5.3
Gebruik de kleurcodering op de printer om de
tonercartridge te installeren in de juiste sleuf.
Duw deze in om de cartridge volledig te plaatsen.
OPMERKING:
Herhaal de vorige stappen om de
resterende cartridges te installeren.
4.6
Open lade 1 aan de rechterkant en verwijder
vervolgens het schuim bij de transportrol.
Installeer de tonercartridges.
5
5.1
5.4
Duw op de vergrendelingen aan beide kanten van de
TCU en verwijder vervolgens de TCU.
Verwijder de belichtingstrommeleenheden uit de
schuimverpakking en plastic zakken. Verwijder de
witte beschermkap.
PAS OP:
Raak het trommeloppervlak niet aan.